Laat de vreemde woorden maar komen!

Column
Steven Ceuppens

“Het Nederlands is uit elkaar gevallen (of: geëvolueerd) in vele Nederlandsen, gesproken door mensen van verschillende pluimage”, stelt Steven Ceuppens vast. Nu grenzen geen mensen meer tegenhouden, moeten ook de taalgrenzen maar eens op een kier. En hoe vreemd kan een woord vandaag de dag nog zijn …?

De Vogelenmarkt, een willekeurige zondag in april: een Nederlandse mevrouw wil in haar regiolect een hamburger bestellen. Haar Filippijnse evenknie in het Vlaams hamburgerkraam staat haar in pril Nederlands te woord. De transactie stokt een paar keer, maar niet lang daarna wandelt de Nederlandse tevreden met haar hamburger weg.

Zo'n 40 kilometer verderop ronkt in een kelder van de Vrije Universiteit Brussel een computer waarin tien virtuele individuen met elkaar praten over virtuele voorwerpen. Projectleider Luc Steels gaf hen uit eerdere simulaties naar de oorsprong van taal al woorden, nu laat hij zijn uit bits en bytes opgetrokken proefpersonen langzaam een grammatica bouwen. Communicatiesucces staat centraal bij de tien: ze houden bij op welke manier ze succes boeken bij de ander. En daar wordt vanaf dan naar gehandeld.

Zo gezien is grammatica een set conventies die door veelvuldig gebruik en herhaaldelijk communicatiesucces routine zijn geworden en daardoor een handig bijverschijnsel van, maar geen voorwaarde voor communicatie zijn. Niet alleen maakt het taal inherent onstabiel, tevens plaatst het grammatica ook daar waar je haar traditioneel niet zou verwachten: als vorm van woordenschat, samen met idioom, collocaties, jargon, stopwoorden en wat al niet. Zouden ze alle tegelijk aan de meet komen, die virtuele individuen? Zou er een moe worden of meer interesse ontwikkelen voor zijn virtuele buur dan voor zijn gesprekspartner? Zouden ze misschien iets te melden hebben over het plezier of de frustratie die ze beleefden bij het creëren van hun grammatica?

We moeten maar uit het raam kijken om te weten dat de maatschappij de afgelopen decennia enorm veranderd en divers geworden is. Het Nederlands is uit elkaar gevallen (of: geëvolueerd) in vele Nederlandsen, gesproken door mensen van verschillende pluimage. Omdat de jeugd de toekomst heeft, wil Van Dale nog wel eens een wedstrijd organiseren rond jongerentaal, maar dat is een pleister op een houten been: het neemt niet weg dat we onze moedertaal nog altijd als een breekbaar oud dametje behandelen, eerder dan het potent jong veulen dat ze kan zijn.

Wie Google als armemensencorpus gebruikt, kent deze eenvoudige stelregel voor het Engels allicht: bevatten de eerste twee pagina's alleen resultaten uit woordenboeken, dan is het woord archaïsch. De hoeders van het Nederlands, met hun voorliefde voor anachronismen, maken het ezelsbruggetje moeilijk toepasbaar: het toevallig uit het WNT geplukte 'aarsbil' lukt nog wel, maar 'ofschoon' doet de test al in het zand bijten. Welke invloed de huidige superdiversiteit  dan echt zou kunnen hebben op sociale interacties en het Nederlands dat we 'bezigen', is daarom moeilijk te achterhalen.

Het Algemeen Nederlands lonkt vandaag de dag met de ene hand, terwijl de andere hand bezoekers op afstand houdt. Het dilemma van de taalleerder lijkt dan nog het meest op de dubbele binding die we kennen uit de psychologie: de ene boodschap ('Leer Nederlands') ontkent de andere ('Je zult het toch nooit kunnen'), zodat de enthousiaste taalleerder uit den vreemde altijd fout zit.

Deze situatie behoeft nochtans geen beeldenstorm: het bestaan van een taalnorm is zinvol en nuttig en met anachronismen is niets mis, maar zouden we als moedertaalspreker een kleine daad van goedheid kunnen stellen door het Nederlands op een kier te zetten? Het zou me zeer benieuwen wat mijn Somalische overbuur aan het Nederlands kan toevoegen. Misschien opent die kleine daad de deur naar een vorm van herstelrecht voor hen die zich al decennia lang bedienen van onze taal, maar er niet in deelnemen. We doen Haar daarbij overigens niet meer of minder geweld aan als met woorden als 'frietchinees' of 'swaffelen' - wel integendeel.

Wat kunnen we als moedertaalsprekers ondertussen zelf doen? Blijven herhalen dat taal ook gewoon leuk kan zijn en dat ook uitdragen. Onlangs riep Andrew Kaufman de lezers van The Guardian op om nieuwe woorden te maken. Het recept dat hij voorschrijft is perfect toepasbaar op Nederlands:

  1. Elk nieuw woord moet de werkelijkheid net dat ietsje accurater beschrijven;
  2. Het nieuwe woord moet een mengeling van bestaande woorden zijn.

Stelen uit vreemde talen als Latijn, Frans, Duits of Engels mag dus. Doen we dat trouwens niet al eeuwen?

Steven Ceuppens is leerkracht Nederlands/Engels en werkte als communicatieverantwoordelijke CANON, de Cultuurcel van het Vlaams onderwijsministerie. 

Reacties

'Vreemde woorden', wat is dat?

Een taal is geen toevallig samenraapsel van 'woorden (= betekenis gevende combinaties uit het geheel van de klanken die de mens kan voortbrengen) maar een systeem, in de eerste plaats een klankensysteem. Het (klanken) systeem van de Nederlandse taal is wezenlijk anders dan dat van alle andere talen, anders zou het ook geen 'Nederlands' kunnen zijn. Dat systeem is dus voor elke taal zeer specifiek en kan ook objectief in relatief eenvoudige, duidelijke en éénduidige regels worden beschreven. In die zin zijn 'vreemde woorden' alle woorden die niet (kunnen) passen in het klankensysteem van het Nederlands en daarom ook geen Nederlands kunnen zijn. Een voorbeeldje: bepaalde complex nasale tweeklanken die zo kenmerkend zijn voor het Portugees zijn totaal vreemd aan het Nederlands. Klankencombinaties in Portugese woorden als 'cão / cães' kunnen dus nooit Nederlandse woorden zijn of worden. Maar naast een klankensysteem heeft elke taal ook een zeer specifiek systeem om die klanken en klankcombinaties schriftelijk weer te geven, wat men in het Nederlands 'spelling' is gaan noemen maar ten gronde niets anders is dan een 'schrijfwijze' van het Nederlands, een door de taalgemeenschap bepaalde wijze waarop de Nederlandse klanken en klankcombinaties in het schriftelijk verkeer worden weergegeven. Elk woord (=klank) dat aan dit voor het Nederlands specifiek klankenschrijfsysteem niet voldoet is een 'vreemd' woord en bijgevolg ook géén Nederlands woord. Enkele voorbeeldjes uit het rijke arsenaal van aan de Nederlandse (schrijf)taal volkomen vreemde woorden die in de "Dikke Van Dale" taalkundig geheel ten onrechte als correct 'Nederlands' worden opgevoerd: "shoppen" (sjoppen) / "cool" (koel) / "labelen' (lebelen) / "tool" (toel) / "checken" (tsjekken) / "downloaden" (downloden) / "upgraden" (upgreden) enz. enz.
(opm. een Ned. vervoeging van "upgraden" op basis van een werkwoordstam "upgrade-" is niet alleen je reinste grammaticale onzin en een beetje mank Nederlands maar beduidend zwaar gehandicapt "creolendutch" ). Conclusie: 'vreemde woorden' kunnen soms best wel de (op zich al rijke) Nederlandse woordenschat aanvullen of verder verrijken maar dan moet men ook konsekwent (durven) zijn en ze - binnen de perken van het fonetisch-fonologisch systeem van het Nederlands, het DNA van de Nederlandse taal - aanpassen aan de geldende regels van de Nederlandse schrijfwijze en desgevallend ook aan de basisregels van de Nederlandse grammatica. Zo niet, wordt onze taal blootgesteld aan een destructief proces van communicatief-culturele ontwaarding en creolisering, zowel in de spraak/spraak-kunst als in het schrift. Een taal die zich verliest in een mengelmoes, een hutsepot, een doolhof van 2, 3, ...X systemen van spreken en vooral van schrijven, praat en schrijft zichzelf aan de talen galg. Op het moment waarop het "Van Dale Dikste Boek van Vreemde Woorden" (in X volumes) zal verschijnen, zal ook het licht uitgaan voor het 'Nederlands' en uiteraard ook voor al degenen die al een hele tijd niet meer wisten hoe ze het nu in het (standaard??) 'Nederlands' zouden kunnen/moeten zeggen en bovenal, vooral...schrijven. We zullen dan allicht wél kunnen zeggen dat Chinees 10 taims easier is dan Creolendutch!

Vreemde woorden

Geachte heer Ceuppens,
Enerzijds zijn uw klachten gegrond en deel ik uw mening, maar zolang de overheid niet ingrijpt (omdat ze zelf onkundig is??? of gewoon niet wil!!!) zal het Nederlands verder afbrokkelen tot een bostaaltje. En dan gaat het niet enkel om vreemde woorden. Voor mij moeten (heel wat) Belgisch-Nederlandse woorden worden gebannen, de taal in tv en radio, zowel in ontspannings- als informatieve programma's, moet "van smetten worden bevrijd". Is het niet vreselijk dat je als acteur VERPLICHT wordt koeterwaals te spreken? Ik heb het aan den lijve ondervonden.

De soms dubbelzinnige, of trippelzinnige houding van Taaladvies, dat uiteindelijk iedereen gelijk geeft, leidt nog tot meer verwarring.

Anderzijds zijn er in alle talen "valse vrienden", die zijn er altijd geweest (en er komen er steeds nieuwe bij), en die zouden heel wat taalliefhebbers moeten aansporen tot het inslikken van sommige van hun ergernissen.

En nog een anderzijds. Het woord "tas" bv.(en natuurlijk ook tal van andere woorden, het is maar één voorbeeld). In het AN wordt het afgekeurd omdat het "Frans" (une tasse) zou zijn. Maar wat zeggen de Duitsers: eine Tasse, dacht ik. Wat nu?

Jaren geleden , op diezelfde Vogelenmarkt in Antwerpen, informeerde ik naar de prijs van enkele antieke voorwerpen. De man begreep mij volkomen, ik sprak gewoon (Vlaams) Nederlands. Maar hij gaf mij de prijs op in gulden, waarop ik hem vroeg of ik ook met Belgisch geld kon betalen.

Ik begrijp de frustaties van Ruud, ik deel ze met hem, maar ik wil toch ook een lans breken voor mensen die wel behoorlijk spreken, maar jammer genoeg fouten maken als o.m. het "in voege treden" dat door tv-journalisten en nieuwslezers zonder blikken of blozen wordt uitgesproken. Ik erger mij aan de uitspraak van "reeportage", terwijl geen mens "reeporter" zegt. Tot op de Taaldag van de VRT toe!!!
Ik erger mij aan uitspraken van een Pascal Smet die spreekt van 'Hoe noemt dat nu?" of "die is beter als mij". Maar die dan wel de pretentie hebben het onderwijs te hervormen terwijl ze zich niet eens correct kunnen uitdrukken. Ik zoek geen spijkers op laag water, maar mensen die dergelijke functies uitoefenen moeten hypervoorzichtig zijn en zeker niet vervallen in de "klassieke" fouten.

Of deze reacties en artikels zoden aan de dijk zullen zetten is "een ander paar mouwen", c'est une autre pair de manches. Dit Belgisch Nederlands wil ik wel dulden. "Dat is andere koek" lijkt me niet zo beeldrijk, alhoewel, voor mij mogen de twee uitdrukkingen vredig naast elkaar als evenwaardig blijven bestaan.

Wat veel Vlamingen ontbeert is respect voor hun eigen taal: "Als ze me maar verstaan!" is hun reactie dan. Jammer!

Staan er in deze reactie taalfouten (tenzij er inmiddels iets veranderd is)? Eentje zeker wel, misschien nog meer, ik heb geen opleiding in taalkunde genoten, maar zolang je geen ambtenaar of schoolfrik bent mag je er naar harte(n)lust (nog zo'n hatelijke kwakkelregel!) op los schrijven!

Hoe vreemd?

Ik ben het volmondig eens met Steven, al noem ik mezelf een (oud-)leraar eerder dan een "leerkracht" Engels-Nederlands (met liggend streepje: ik was beide tegelijk). Ik kan niets inbrengen tegen wat hij voorstelt: laten we - in tegenstelling tot die chique, klere "Académie française" - onze taal openstellen tot iedereen uit de verste uithoeken van de wereld, net zoals het Engels dat doet.

Heel leuk. Het probleem is dat Steven en ik in België wonen. Je moedertaal openstellen voor vreemde invloeden is een uitstekend idee, voor iedereen in de wereld behalve voor Belgen. Amerikanen drinken tequila, Mexicanen eten hamburgers. Sinds de advent van de computer quitten Britten erop los. Fransen, natuurlijk, hebben "un ordinateur", maar je moest eens weten hoeveel Engelse woorden ze gebruiken. Wij ook. En ik heb problemen met twee dingen. Het zogenaamde Nederlands dat in België gesproken wordt, en dat ik "Belgisch-Nederlands" noem: "voorzien" en andere gallicismen, "regenscherm" voor "paraplu" en andere purismen, "noemen" voor "heten" en andere domme-ismen, "kledij" voor "kleding" en andere verouderde woorden, etc. Je kunt in dit land geen twee woorden horen of lezen of er staan drie taalfouten in. Ik ril op het uur als ik naar de radio luister, want dan hoor ik "Hhhhh-et nieuws!". Niet "hèt", maar "hut". Op de openbare omroep. Belgen spreken Nederlands zoals het gespeld wordt. Op de VTM hebben ze een programma dat "Telefacts" heet, uitgesproken "teelee-fakts". Nice. Een dossier rijmt of grossier, een flat op mat. Belgisch.

Maar daar wil ik het niet over hebben. Steven bedoelt dat we vreemde woorden in onze taal moeten aanvaarden. Dat vind ik ook. Nochtans heb ik ook hier enkele bezwaren tegen. Ik voeg gesneden jalapeño aan mijn pizza met pepperoni toe - vroeger at ik aardappelen met groenten en vlees en hield ik mijn mond. Maar niet alle woorden worden zo precies in onze taal overgenomen.

Het begon met woorden als parking, camping, dancing ("dansing" in het Belgisch) e.d.m. In het Engels zijn dat gerunds, en ze betekenen telkens "het feit te..." dit en dat. "Camping", bijvoorbeeld, betekent in het Engels hét kamperen. En dat doe je in a camping site (op een kampeerterrein). "No parking" betekent niet dat er geen parkeerterrein voorhanden is (in het Belgisch, "voorzien"), maar gewoon dat je niet mag parkeren. Maar daar niet van.

Nieuwe woorden in onze taal zijn welkom, maar op voorwaarde dat ze ten minste hetzelfde betekenen als in de taal waar ze vandaan komen. And there's the rub.

a junkie - een "junk" (Amerikaans Engels: "vuil")
a punk - een "punker" (Huh? Waarom dat achtervoegsel?)
a stripper - een "stripster" (Oh, nice! Een vrouwelijke stripteaseuse! Wow!)
a jacket - een "jack" (a jack is een krik, bv. als je een lekke band vervangt)
a sweatshirt - een "sweater" (in het Belgisch een "swieter"; een sweatshirt en een sweater - Engels - zijn twee totaal verschillende kledingstukken; een "sweater" is een trui (in het Belgisch "een pull")

Moet ik nog doorgaan? Engelse woorden worden hier in een totaal andere betekenis overgenomen, uit pure domheid. De nieuwe trend in Amerikaanse households is je kleren in een aparte kamer te bewaren (ze bouwen hun huizen zelf, dus waarom niet?) Je kleedt je aan in je "dresser". Nice. In het Nederlands, in je "dressing". Gebaseerd op mayonaise of gewoon salad? Het Engels van Nederlanders is abonimabel. Ik hou van jalapeño (en dat rare teken - een heuse tilde - op mijn AZERTY-klavier. Ik ben een Belg, dus gebruik ik een Franstalig klavier, of niet soms? Vorige week nam ik domweg een "pain de ferme" uit een rek in de supermarkt. Ik hou niet van hoevebrood omdat het kruimelt; ik prefereer boerenbrood, dat taaier is. "Ferme" - boerderij, dacht ik. Uh, oh! "Boerderij" is "hoeve", en "pain de ferme" is "hoevebrood"; 'boerenbrood" is "pain de campagne". Je woont hier maar in Vlaanderen en je koopt het verkeerde brood omdat je Frans het aflaat. Wilt u een tekeningetje bij hoe ik over onze monarchie denk?

Sorry, Steven. Ik hou van exotische woorden, en ik verwelkom ze in onze moedertaal. Maar enkel in het Nederlands. Het taaltje dat Belgen praten is geen Nederlands. Daar wil ik me niet over uitlaten. Ik heb 32 jaar geprobeerd er iets aan te doen, maar helaas. Nieuwe exotische woorden in het Engels? Meteen. In het Nederlands? Als ze in de juiste betekenis gebruikt worden, okay. Maar dan enkel in Holland. In België gaan ze er toch een ander, verkeerd uit het Frans overgenomen woord voor verzinnen.

U gelooft me niet? Op de VRT-televisie wordt een nieuwe techniek uit de doeken gedaan waar Marokkaanse schoffies in Brussel zich onledig mee houden. In plaats van naar school te gaan houden ze halt bij een stoplicht bij goed weer. Vaak vinden ze een dame aan het stuur met haar openstaande ruit aan de kant van de passagiersbank ("zetel" in het Belgisch). Waar houdt die dame haar handtas? Juist. Die boefjes graaien die mee en maken zich weg. Dit, horen we op de VRT, de nationale openbare televisie, is iets waar vooral vrouwen in Brussel zich voor moeten hoeden. Het fenomeen wordt genoemd - en dan krijg je in kapitalen, op je scherm, seconden lang: "SACKJACKING!" Huh?

Hijacking. Carjacking. Homejacking. Nu hebben die boeven er nog iets beters op gevonden: "sackjacking"! "Sackjacking"? Het roven van zakken? Oeps. Un erreur. Het zijn geen zakken, maar (hand)tassen. Waarom dan "sacks"? Omdat in het Belgisch het Franse woord "un sac" een zak is. Dus moet het Engelse woord "a sack" zijn. Belgen maken taalfouten in het Engels!

Duh!

Ik zeg niets meer.

Mvg

Ruud

Vreemde woorden

Vreemde woorden zijn welkom, maar er moet ook naar Nederlandse equivalenten worden gezocht - zoals de Fransen doen - en dan maar afwachten welk woord het haalt, of welke woorden naast elkaar blijven bestaan. Creatievelingen kunnen daardoor de taal verrijken en voor iedereen begrijpbaar maken.

Het Nederlands is uit elkaar gevallen??? Talen vallen altijd uit elkaar en groeien weer naar elkaar toe. Elke taal en ook elk dialect evolueert.

Toch moeten we ernaar streven een algemene taal te bewaren, zowel in woordenschat en ja, ook in uitspraak als in schrijfwijze. En dat laatste is wel de doem die over het Nederlands ligt. De spelling werd door enkele kamergeleerden of kamerdwazen uitgestippeld die BLIND EN DOOF waren voor de gangbare trend, en een eigen onnatuurlijk spellinggedrocht hebben te boek gesteld en OPGELEGD. Nee, niet aan iedereen, slechts aan schoolfrikken en ambtenaren. Maar wie wil er nu voor een halfanalabeet doorgaan???

Vreemde woorden met mate dus. En waarom ze niet "omspellen"?
Quoteren wordt dan kwoteren, bv.

En waarom een woord als "hekje" verbieden en de voorkeur geven aan het Engelse woord?

Taaltirannie is verderfelijk.

Dat was het.

Vreemde woorden

Vreemde woorden mogen er altijd zijn en als we ze kunnen vernederlandsen, des te beter. Maar ze kunnen (vaak) ook door Nederlandseigen woorden worden vervangen: een taak voor creatievelingen. Zo wordt de taal trouwens nog rijker, zeker als de twee woorden naast elkaar blijven bestaan. Dat is in het Frans zo bijzonder: de Académie is er als de kippen bij om een echt Frans woord te creëren (bv. ordinateur voor computer) en te lanceren. Sommige ervan beklijven en andere gaan de mist in. Maar het is de inspanning waard.

Toch moet er, ondanks alle verschillen, een eenheidstaal worden behouden, ook in de spelling, maar dan niet een die door enkele kamergeleerden of kamerdwazen wordt uitgevonden om iedereen de gordijnen in te jagen. En dan dat belachelijke excuus of vluchtmaneuver (waarom moet dat manoeuvre zijn?) dat iedereen, behalve staatsambtenaren en scholen, zelf zijn eigen spelling kan bepalen!!! Wie wil er nu voor een halve analfabeet worden aangezien???