De papierlezer is ten dode opgeschreven, dankzij … papier

Column
De papierlezer is ten dode opgeschreven, dankzij … papier

Wat heeft het Internet van ons gemaakt? Scannende schermlezers. Volgens Hans van Driel is er nog iets veel opvallenders gebeurd: “Ook de papieren tekst is opgeschoven in de richting van wat een beeldschermlezer verwacht.” En de papierlezer, die is ten dode opgeschreven. Of denkt u daar anders over?

Auteur: Hans Van Driel

In 2001 publiceerde uitgeverij Boom mijn papieren boek Digitaal Communiceren. In dat boek hield ik een pleidooi voor de eigen aard van informatieve webdocumenten die wezenlijk verschilt van de eigen aard van informatieve papieren teksten. Dat pleidooi is niet zo raar in een periode waarin webdocumenten veelal kopieën waren van teksten die bedoeld zijn om vanaf papier gelezen te worden. De kern van mijn betoog hield in dat het profiel van de papierlezer wezenlijk verschilt van dat van de beeldschermlezer.

Ik schetste het profiel van die beeldschermlezer als een “ongeduldige, scannende, lange tekst vermijdende, verticaal lezende, visueel ingestelde” mens [p. 109]. Het gaat hem/haar om tempo, het verkrijgen van overzicht, niet al te lange teksten met witregels en tussenkopjes, een korte regellengte, en om ondersteunende kleurenfoto’s, grafieken en infographics.

Ik kreeg veel bijval en de ‘Hoe-schrijf-ik-voor-het-Web’-boekjes en cursussen bloeiden volop. Ze benadrukken hoezeer het schrijven van teksten, die bedoeld zijn van papier gelezen te worden, wezenlijk verschilt van het schrijven voor het scherm. De lezer van papieren teksten lijkt immers in het geheel niet op de lezer van beeldschermteksten.

Inmiddels zijn we dertien jaar verder en constateer ik - enigszins tot mijn verbijstering – dat de papieren teksten en de beeldschermteksten naar elkaar toe zijn gegroeid in plaats van dat ze wezenlijk van elkaar zijn gaan verschillen, en dit leidt tot een onverwachte conclusie. Ik neem als voorbeeld de voorpagina van de papieren Volkskrant van vrijdag 3 januari jl., maar neemt u gerust de Volkskrant of het NRC van vandaag erbij. De kern van mijn betoog zal niet veranderen. Ter vergelijking toon ik ook de voorpagina van een veel oudere editie van de Volkskrant uit de jaren 1950.

 Bekijken we de kleureneditie van 3 januari (links). In een snelle oogopslag hebben we een overzicht van het hoofdartikel – dat ondersteund wordt met een grafiek - en van wat de redactie graag wil dat wij gaan lezen, verderop in de krant. Kleurenfoto’s en een citaat bovenaan verwijzen naar die artikelen. De pagina kent maar liefst 5 kolommen wat een korte regellengte oplevert, met uitzondering van de dagelijkse Voetnoot van de schrijver (sic) Arnon Grunberg wiens tekst van 2 kolommen past op 3 kolommen van het redactionele artikel.

In plaats van dat de schermteksten zich zijn gaan onderscheiden en dat de papieren tekst zijn eigenheid heeft behouden, is de papieren tekst opgeschoven in de richting van wat een beeldschermlezer verwacht. Nu weet ik dat de krant maar één tekstsoort is naast vele andere. Niettemin durf ik de stelling aan dat ook zeer vele andere papieren tekstsoorten zijn gaan gelijken op beeldschermteksten en dat dus – en nu komt het verbijsterende – de papierlezer aan het verdwijnen is. Diens profiel is steeds meer gaan lijken op het profiel van de beeldschermlezer. De intrigerende vraag komt dan op welke consequenties dit heeft voor ons schrijf- en leesonderwijs.

Ik nodig u graag uit om het profiel dat ik hierboven in de 2e alinea verwoordde, nog eens op uw tong te proeven. Het is blijkbaar ook uw profiel.

Hans van Driel (1952) studeerde Nederlands taal- en literatuurwetenschap, was docent Nederlands en is sinds 1981 verbonden aan de Universiteit van Tilburg. Hij is er hoofddocent in de opleiding Cultuurwetenschappen.

Reacties

Interactief boek

Ik kwam toevallig ook nog dit 'boek' tegen. Tijdens het lezen verandert de sfeer van de directe omgeving. Ondanks alle techniek er omheen valt mij natuurlijk weer op hoe basaal de tekst is vormgegeven:

http://vimeo.com/f3h/sensoryfiction

Romanlezen

Beste Hans,

De vormgevingsprincipes die jij noemt voor romans zijn voor mijn gevoel al heel oud hoor. Die regels golden denk ik altijd al, al durft een vormgever of onervaren publicist ze soms wel te tarten.

Omgekeerd zie ik dat ondanks kekke plaatjes, kaders en opvallende kopjes en lettertypen er vaak toch 'moderne' teksten worden afgeleverd die slecht leesbaar zijn. Ik denk daarbij aan de vormgeef-woede die ik in de Volkskrant-bijlage op zaterdag soms aantref.

Jouw lijn van nieuwe tekstvereisten doortrekkend is er straks geen tekst meer zonder hyperlinks, bewegende plaatjes, video's en andere interactieve extra's. Dit soort tekst (of moet ik zeggen 'content'?) gaat het ook maken, ongetwijfeld. Maar daarmee verdwijnt de kracht van tekst op zich niet.

Wat ik een beetje mis in jouw verhaal is dat tekst vanuit de kern, vanuit het verhaal en de betekenis voor de lezer voldoende drive kan zijn om door te lezen. Dat kan zelfs in een boek zonder dialogen en met lange hoofdstukken. Daar zijn in de literatuur voldoende uitzonderingen voor te vinden, vermoed ik.

Ik weet niet wat ik te bewijzen heb, anders dan een verschil van mening over de door jou geschetste ontwikkeling. Maar lekker, die fles wijn!

Ik herken het verschijnsel,

Ik herken het verschijnsel, maar de conclusie (dat 'de papierlezer aan het verdwijnen is') is m.i. nog voorbarig. Bij schoolboeken en (misschien nog opvallender) reisgidsen is de evolutie wel opvallend. Maar niet alle papieren tekstsoorten bewegen zich in de richting van beeldschermteksten. En wat het profiel van de 2de alinea betreft: als beeldschermlezer herken ik mezelf in dit portret, maar als 'papierlezer' geef ik nog altijd de voorkeur aan de traditionele lay-out, zelfs voor reisgidsen.

Verkeerde conclusie?

Beste Hans, ik ben het niet eens met je conclusie.

Volgens mij heeft het beeldschermlezen de leesbaarheid van alle teksten gewoon op scherp gezet. De 'webtekstregels' worden soms (te) klakkeloos toegepast op papieren tekst, maar hebben in algemene zin de leesbaarheid van veel tekstmateriaal aanzienlijk verbeterd. Zou jij die Volkskrant uit 1950 nog prettig vinden om te lezen?

De moderne mens wil zijn tijd over zoveel dingen verdelen dat snelheid en een inzichtelijke presentatie met kopjes, kaders en illustraties een normale vereiste is. Vervolgens mag je daaruit niet concluderen dat papierlezers verdwijnen. En een voldoende gemotiveerde lezer zal nog steeds pagina's kale tekst willen trotseren (denk even aan een spannende roman).

Verkeerde conclusie?

Dag Eric en Jan,

Ik wil er wel een fles wijn om verwedden dat romans minder aantrekkelijk zijn om te lezen en worden weggelegd c.q. niet gekocht, indien:
- uitvulling links en rechts
- brede bladspiegel
- geen hoofdstukindeling dan wel zeer lange hoofdstukken
- geen witregels of anderszins
- weinig tot geen dialogen

Een mogelijke uitzondering is De stad der blinden van Saramago.
----
Hetzelfde geldt voor essays en bijvoorbeeld voor het nieuwe literaire tijdschrift van het zuiden De Titaan dat de inhoud van mijn column tracht te tarten. Bekijk het eens en concludeer met mij dat het onleesbaar is.

Eenzelfde fenomeen doet zich

Eenzelfde fenomeen doet zich ook voor in schoolhandboeken: de tekst wordt er ondersteund door grafieken, kadertjes met weetjes of kernwoorden, enz. J. Van der Horst heeft die evolutie overigens ook al gesignaleerd in "Het einde van de standaardtaal" (2008).

Schoolboeken

Inderdaad een mooi voorbeeld, Luc. Bedankt.