home > reportage > “Als stadsdichter moet je onder de mensen zijn” |
“Als stadsdichter moet je onder de mensen zijn”Tekst en foto’s: Mieke Zijlmans - 3/04/09Een gedicht dat op beide zijden van een 570 meter lange voetgangerstunnel staat? Een tekst in losse repen op een lichtkoepel geplakt? Hier moet Antwerps stadsdichter Joke van Leeuwen aan het werk zijn geweest. Twee jaar lang is de Metropool, zoals de stad vaak wordt genoemd, haar speeltuin. “Van mij hoeft niet alles wat ik opschrijf op papier te staan. De stad gebruiken als drager, op een originele manier, vind ik veel inspirerender dan mijn gedichten alleen te laten afdrukken.” Wat maakt de stad van een dichter? 1. D I C H T E R E N M E N S : Eén stap over de hardstenen drempel van haar huis in Antwerpen, en de vraag waarom deze Nederlandse in Vlaanderen woont, is woordeloos beantwoord. Dichter, schrijver en beeldend kunstenaar Joke van Leeuwen (1952) woont in een vriendelijk herenhuis met Jugendstil glas-in-lood en een comfortabele stadstuin. Het is er rustig en aangenaam, op een steenworp afstand van het warm kloppend hart van de stad, waarvan het tempo zoveel minder gejaagd is dan dat van de Hollandse Randstad. “In Vlaanderen leeft poëzie veel meer dan in Nederland.” Ze nestelt zich aan een lange houten tafel in de tuinkamer van haar huis. Aan de muren prijkt een bonte verzameling etnografische muziekinstrumenten, afkomstig uit verschillende hoeken van de wereld. Joke van Leeuwen is in 2008-2009 stadsdichter van Antwerpen. Die positie daagt haar uit om allerlei projecten aan te kaarten om haar poëzie in de stad zichtbaar te maken in de openbare ruimte. Geholpen door vormgever Bob Takes broedt ze ideeën uit, zoekt ze geld om die te kunnen uitvoeren. Onvermijdelijk is wel dat de meeste projecten tijdelijk van aard zijn. Hoewel… ze heeft een plan om in de 570 meter lange voetgangerstunnel die onder de Schelde loopt een gedicht te maken van diezelfde lengte. Dat kunnen de wandelaars dan lezen tijdens het lopen. Alleen is dat een prijzig plan, dus de vraag is of het ervan komt. Maar een langgerekt gedicht in een voetgangerstunnel? Mooi toch. (Noot van de redactie: inmiddels is het plan uitgevoerd; het gedicht ‘Elfhonderd meter gedicht’ is van 17 april tot 31 mei 2009 te zien in de Sint Anna-voetgangerstunnel onder de Schelde; het gedicht bestaat uit twee delen; het ene deel loopt van de linker- naar de rechteroever en het andere van de rechter- naar de linkeroever.) “Het is een onzinnige gedachte dat poëzie alleen op papier mag staan”, stelt Joke van Leeuwen. “Laat al die soorten maar naast elkaar bestaan. Papier, poëziefestivals, projecten, gedichten op internet, poëzie in de stad. Vooral poëzie op straat, in de openbare ruimte vind ik bijzonder en verrijkend: dat is zo’n andere taal dan de schreeuwerige reclametaal die we normaal zijn gaan vinden. Poëzie vormt daarmee een mooi contrast.” Waarom kiest u voor Antwerpen als woon- en werkplek?
U bent naar Vlaanderen verhuisd. Voelt u zich nu Vlaming of Nederlander? Stadsgedicht op groot doek bij de opening van Park Spoor Noord in Antwerpen. (Fotobron: flickr.com) Hoe is het om stadsdichter te zijn? “Er werd van mij verwacht dat ik ging meedoen met ellebogenwerk; daar begin ik niet aan” Als stadsdichter moet je soms kort op de bal spelen. Na het overlijden van Wannes Van de Velde, een echt Antwerps icoon, was je haast verplicht snel een gedicht te schrijven. U bent ook genomineerd geweest om in Nederland ‘dichter des vaderlands’ te worden. Uiteindelijk ging Ramsey Nasr met de eer lopen. Toevallig de vorige stadsdichter van Antwerpen. 2. D I C H T E R E N D I C H T E R : Joke van Leeuwen is een veelzijdig kunstenaar, het spreekwoordelijke schaap met de vijf poten. Onder het praten opent ze haar bundel ‘Wuif de mussen uit’, waarin prachtige tekeningen van haar hand staan. “Ik ben geen rechttoe-rechtaan dichter”, verklaart ze. “Ik teken en schilder. Ik schrijf niet alleen gedichten, maar ook romans, kinderboeken, liedteksten, cabaretteksten, boeken. Ik heb de aangeboren behoefte om veelzijdig te zijn. Ik heb van het begin af aan tekenen en schrijven gecombineerd. Voor mij zijn die twee onlosmakelijk met elkaar verbonden.” Hoe krijgt u het voor elkaar om al die disciplines naast elkaar vol te houden? Maakt het voor u iets uit of u schrijft voor volwassenen of voor kinderen? “Ik blijft niet achter mijn bureau zitten, maar wil in contact komen met mensen. In samenwerking met die mensen ontstaat een gedicht.” Waar haalt u uw inspiratie, wat drijft u? Wat zijn de voornaamste thema’s in uw poëzie?
“Vooral poëzie op straat, in de openbare ruimte vind ik bijzonder en verrijkend: dat is zo’n andere taal dan de schreeuwerige reclametaal die we normaal zijn gaan vinden.” (Fotobron: flickr.com) Maar taal is niet uw enige dada. Dichtbundels verkopen maar povertjes in de boekhandels. Van haar poëzie alleen kan Joke van Leeuwen niet leven, maar ze weet dat er een publiek voor is. De toch wel vele grote en kleine poëziefestivals en -optredens, zijn nog nooit zo populair geweest. Dichters dragen daarbij voor uit eigen werk. Nederlandse en Vlaamse dichters staan geregeld - al of niet begeleid door musici - voor volle zalen. Kunt u zich nog het eerste gedicht herinneren waardoor u ooit werd getroffen? 3. D I C H T E R E N P E R F O R M E R : Welke dichters leest u zelf graag, wiens werk zou u aanbevelen?
Kunt u van uw dichterschap leven?
Vind je voor poëzie moeilijk een uitgever? Wat betekent internet voor uw poëzie? Gaat het goed met de dichters in Nederland en Vlaanderen?
“Lara, in mijn laatste roman ‘Alles nieuw’, photoshopt; ik werk zelf natuurlijk ook met Photoshop, en het is leuk om mijn personage dat te laten doen.” U neemt geregeld deel aan poëziefestivals. Is dat een verplicht nummertje of vindt u dat prettig? Waarom zouden mensen poëzie moeten lezen? Vindt u dat poëzie genoeg gepromoot wordt? En ligt hierin misschien een taak voor de overheid? 4. D I C H T E R E N K U N S T E N A A R : Inmiddels bent u behalve dichter en kinderboekenschrijver ook romancier. Hoe kwam u erbij opeens proza te gaan schrijven, romans voor volwassenen? ‘Vrij vormen’ verscheen in 2002, ‘Alles nieuw’ in 2009.
Uw roman ‘Alles nieuw’ staat op de longlist voor de Libris Literatuurprijs 2009. Het boek gaat over een oudere dame die het contact met haar dochter is verloren, en over haar jonge huurster die op de kunstacademie zit. Hoeveel ‘van uzelf’ zit er in dit boek? U heeft als beroepsopleiding ooit de kunstacademie gedaan. Toch bent u niet in de kunstwereld blijven hangen. U heeft een hele batterij prijzen ontvangen, waaronder de Theo Thijssenprijs: een prijs voor uw hele oeuvre. Hoe belangrijk zijn die prijzen voor u? ----- Links rond Joke van Leeuwen als stadsdichter van Antwerpen:
» Website met o.a. alle stadsgedichten van stadsdichter Joke van Leeuwen: http://www.stadsdichterjokevanleeuwen.be/
Andere links rond Joke van Leeuwen: » Website Joke van Leeuwen: www.jokevanleeuwen.com
----- » Kadertekst 1: Publicaties en prijzen Joke van LeeuwenVerzamelde poëzie: ‘Fladderen voor de vloed’ uit 2007. (Onderstaande ‘publicaties en prijzen’ zijn overgenomen van de website van Joke van Leeuwen: http://www.jokevanleeuwen.com/Joke%20van%20Leeuwen/Publicaties%20Prijzen.html) BOEKEN VOOR KINDEREN EN/OF LEEFTIJDLOOS: » Theo Thijssenprijs voor hele oeuvre » De appelmoesstraat is anders (1978) » Een huis met zeven kamers (1979) Gouden Penseel, Zilveren Griffel » De metro van Magnus (1981) Zilveren Griffel » Deesje (1985) Gouden Griffel, Zilveren Penseel, Deutscher Jugendliteraturpreis » Het verhaal van Bobbel die in een bakfiets woonde en rijk wilde worden (1987) » We zijn allang begonnen, maar nu begint het echt (1987) Zilveren Griffel » Duizend dingen achter deuren (1988) Kinderboekenweekuitgave » Wijd weg (1991) » Dit boek heet anders (1992) » Het weer en de tijd (1993) Kinderboekenweekgeschenk » De wereld is krom, maar mijn tanden staan recht (1995) » Twee beleefde dieren (1990) Jubileumuitgave » Iep! (1996) Woutertje Pieterse Prijs, Gouden Uil, Jonge Gouden Uil, Zilveren Griffel » Bezoekjaren (1998 Woutertje Pieterse Prijs, Janny Smelik Ibby Prijs » Kukel (1998) Zilveren Griffel » Ozo Heppie (2000) Verzamelde versjes » Kweenie (2003) Die 7 Besten Bücher Joke van Leeuwen met één van haar lievelingsboeken: ‘Iep’. » Slopie (2004) » Waarom een buitenboordmotor eenzaam is (2004) Zilveren Griffel, Plantijn Morerus Prijs » Ga je mee naar Toejeweetwel (2005) Omnibus » Heb je mijn zusje gezien? (2006) Gouden Penseel, Boekenwelp, Die 7 Besten Bücher » Een halve hond heel denken. Een boek over kijken. (2008) » Ozo Heppie (uitgebreide uitgave) (2008) » 11 boekjes voor beginnende lezers 2 maal Zilveren Griffel PROZA EN POËZIE VOOR VOLWASSENEN: » Laatste lezers (1994) poëzie; Buddingh' Prijs voor nieuwe Nederlandse Poëzie » Vier manieren om op iemand te wachten (2001) Gedichtendagprijs » Vrije Vormen (2002) roman » Wuif de mussen uit (2006) » Fladderen voor de vloed (2007) Verzamelde gedichten » Alles nieuw (najaar 2008) roman met beelden erin Verhalen en poëzie in bloemlezingen; Zwijsenprijs, Honourlist Universiteit Padua, Ibby Honour List; nominaties voor VSB, Astrid Lindgren Memorial Award, H.C. Andersen award en andere prijzen en twee verschoten zwemdiploma's ook. » Kadertekst 2: Poëzie en het festivalcircuit in Vlaanderen en NederlandJe zou bijna gaan geloven dat het publiek weinig interesse heeft in poëzie, als je de lage verkoopcijfers van gedichtenbundels in boekhandels ziet. Dat dat de verkeerde conclusie is, blijkt uit de opmerkelijke populariteit van poëziefestivals en -optredens, georganiseerd door initiatoren van uiteenlopende pluimage. Dichters dragen daarbij voor uit eigen werk. Nederlandse en Vlaamse dichters staan geregeld - al dan niet begeleid door musici - voor volle zalen. Een greep uit het aanbod. In Vlaanderen is Behoud de Begeerte een belangrijke initiatiefnemer van optredens van dichters en literaire auteurs, onder meer onder de titels Saint Amour en Koningsblauw. Saint Amour staat voor een literaire avond waarvan poëzie deel uitmaakt. Daarnaast bevat het programma proza, film, muziek en dans. Saint Amour mag zich volgens woordvoerder Paul Hermans geregeld verheugen in uitverkochte zalen, wat neerkomt op zo'n achthonderd mensen. Saint Amour kent ook een succesvolle Nederlandse tak. Koningsblauw is de overkoepelende titel van een Vlaamse poëzietoernee, die zijn naam ontleent aan wijlen Herman De Coninck. De toernee, dit jaar gepland in de maand mei, doet een zaal of zes aan, soms meer, soms minder. Plaats van handeling zijn locaties als De Vooruit in Gent en de Bourla Schouwburg in Antwerpen. Leonard Nolens treedt er op als vaste dichter, Piet Piryns neemt de presentatie voor zijn rekening. Paul Hermans: “Het doel van deze toernees is een goede literaire voorstelling maken, maar dan wel in een theatrale opzet.” Dat betekent professionele decors, belichting, en eventueel videobeelden. “De auteur staat centraal. Die is als geen ander geplaatst om de innerlijke stem van het boek tot uitdrukking te doen komen. Een dichter die zelf voordraagt, dat is iets fundamenteel anders dan thuis in de luie stoel onder de leeslamp een bundel lezen. Het showgehalte voegt iets wezenlijks toe aan de tekst: dan lepelt de poëzie makkelijker naar binnen. Aardig is natuurlijk dat poëzie zo'n breed spectrum aan onderwerpen kent: ze kan gaan over grote politieke ideeën, maar evengoed over een kleine mus op een tak.” Ook in Nederland heeft de poëzie haar weg naar het podium gevonden. Het bekendst is de jaarlijkse Nacht van de Poëzie. Helaas had het evenement bij de jongste editie, op 27 september 2008, de wind lichtelijk tegen. Het Utrechtse Muziekcentrum Vredenburg, het traditionele onderkomen van de Nacht van de Poëzie, wordt vernieuwd, en alle voorstellingen moeten uitwijken naar een voorlopig onderkomen. Terwijl de Nacht in het oude Muziekcentrum geregeld een volle zaal trok, verkocht de tijdelijke locatie maar 620 van de 1.600 plaatsen. De organisatie gaat/ging ervan uit dat dit een tijdelijke dip is, een dal waar ze wel weer uit klimt. Populair in Nederland zijn ook de voorstellingen van Wintertuin, een productiehuis voor literaire voorstellingen dat is erkend door de Raad voor Cultuur. Het wordt dus gefinancierd door het ministerie van Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Wintertuin organiseert vele evenementen, waaronder zowel literaire als poëtische voorstellingen. Directeur Frank Tazelaar: “De doelstelling van Wintertuin is literatuur, met name poëzie, een actueel en vitaal onderdeel te laten zijn van de hedendaagse cultuurbeleving. Daarbij horen producties en voorstellingen op het snijvlak van poëzie met andere kunstdisciplines.” Frank Tazelaar: “Wintertuin wil poëzie over het voetlicht te brengen voor een doelgroep van twintig tot veertig jaar oud. Dit om de dreigende ontlezing tegen te gaan. Wintertuin wil een vrijhaven zijn voor de ideeën van auteurs: samenwerken met een muzikant, of met een grafisch vormgever, bijvoorbeeld. Normaal is daar in Nederland weinig budget voor, maar wij kunnen auteurs die kans bieden.” Het festival dat Wintertuin in november 2008 organiseerde, trok zesduizend tot zevenduizend bezoekers. Alle activiteiten bij elkaar leveren zo'n 24 a 25.000 bezoekers per jaar op. Tazelaar: “Poëzie dient dan niet simpelweg als publiek vermaak; de mensen zijn echt geïnteresseerd, de aanraking met poëzie is heel bijzonder. Een dichter moet het echt hebben van zijn toehoorders.” Links:
» Kadertekst 3: Plint brengt gedichten als cadeautjes onder de mensenDe site www.plint.nl is uitgevoerd in kruissteekjes en vetkrijt, maar dat kan morgen weer veranderd zijn: Plint is een organisatie die op alle mogelijke manieren probeert poëzie onder de mensen te brengen. Gedichten op kussenslopen, op prentbriefkaarten, op servetten, op huishoudschorten, op kunstzinnige posters, op doorzichtig papier dat je op een ruit kunt plakken - noem maar op: producten van Plint. Plint bestaat dit jaar dertig jaar. “Het uitgangspunt was indertijd: aandacht genereren voor poëzie, door die te combineren met beeldende kunst”, zegt Sjoeke Martens van Plint. “Puur uit idealisme: poëzie toegankelijk maken voor een zo groot mogelijk publiek, de drempel naar gedichten verlagen.” “Het begon met een enkele poster met een gedicht erop, die onder scholen werd verspreid met de vraag: is hier belangstelling voor”, vertelt Sjoeke Martens. Die eerste poster werd enthousiast ontvangen. Daarop werd een soort abonnement bedacht om scholen met regelmaat van een nieuwe poster te voorzien: zes verschillende voor het basisonderwijs, en zes voor het middelbaar onderwijs. Na de posters ontstonden de kaartenmapjes, en zo rolde het balletje door. Inmiddels heeft Plint onder andere een goedlopende internetwinkel waarop alle gedichtendragers te bestellen zijn. “De producten werden altijd al verkocht via boekhandels, en bijvoorbeeld bij De Bijenkorf”, zegt Sjoeke Martens. Aanvankelijk was er bij de boekhandelaren een lichte huiver om iets te verkopen dat met boeken niks te maken had. Maar de verkoop liep goed, dus ze gingen alsnog om voor de bijzonder vormgegeven gedichten. Inmiddels vinden de producten via internet hun weg naar onder andere België, Australië en Curaçao. Welke dichters lopen het beste? “Het werk van Vasalis, Herman De Coninck en Willem Wilmink: de grote namen.” Daarnaast blijkt de combinatie van poëzie met beeldende kunst een gouden vondst: wanneer dichter en kunstenaar elkaar daadwerkelijk aanvoelen en aanvullen, ontstaat een veelgevraagd product. “De gedichten zijn er eerst; vervolgens wordt aan kunstenaars gevraagd er beeld bij te maken.” Plint heeft de indruk dat hun spullen ook veel worden gekocht als cadeautje: zo'n presentje is mooi, verantwoord, en het heeft meer diepgang dan een fles wijn. Link: http://www.plint.nl (Deze kadertekst is geschreven door Mieke Zijlmans.) ----- |
|