home > reportage > “Als stadsdichter moet je onder de mensen zijn”

reportage

“Als stadsdichter moet je onder de mensen zijn”

Tekst en foto’s: Mieke Zijlmans - 3/04/09

Een gedicht dat op beide zijden van een 570 meter lange voetgangerstunnel staat? Een tekst in losse repen op een lichtkoepel geplakt? Hier moet Antwerps stadsdichter Joke van Leeuwen aan het werk zijn geweest. Twee jaar lang is de Metropool, zoals de stad vaak wordt genoemd, haar speeltuin. “Van mij hoeft niet alles wat ik opschrijf op papier te staan. De stad gebruiken als drager, op een originele manier, vind ik veel inspirerender dan mijn gedichten alleen te laten afdrukken.” Wat maakt de stad van een dichter?

Rode streamertekst:

1.   D I C H T E R   E N   M E N S : 
“Noem mij maar een Nederbelg”

Eén stap over de hardstenen drempel van haar huis in Antwerpen, en de vraag waarom deze Nederlandse in Vlaanderen woont, is woordeloos beantwoord. Dichter, schrijver en beeldend kunstenaar Joke van Leeuwen (1952) woont in een vriendelijk herenhuis met Jugendstil glas-in-lood en een comfortabele stadstuin. Het is er rustig en aangenaam, op een steenworp afstand van het warm kloppend hart van de stad, waarvan het tempo zoveel minder gejaagd is dan dat van de Hollandse Randstad.

Ze nestelt zich aan een lange houten tafel in de tuinkamer van haar huis. Aan de muren prijkt een bonte verzameling etnografische muziekinstrumenten, afkomstig uit verschillende hoeken van de wereld. Joke van Leeuwen is in 2008-2009 stadsdichter van Antwerpen. Die positie daagt haar uit om allerlei projecten aan te kaarten om haar poëzie in de stad zichtbaar te maken in de openbare ruimte. Geholpen door vormgever Bob Takes broedt ze ideeën uit, zoekt ze geld om die te kunnen uitvoeren. Onvermijdelijk is wel dat de meeste projecten tijdelijk van aard zijn. Hoewel… ze heeft een plan om in de 570 meter lange voetgangerstunnel die onder de Schelde loopt een gedicht te maken van diezelfde lengte. Dat kunnen de wandelaars dan lezen tijdens het lopen. Alleen is dat een prijzig plan, dus de vraag is of het ervan komt. Maar een langgerekt gedicht in een voetgangerstunnel? Mooi toch. (Noot van de redactie: inmiddels is het plan uitgevoerd; het gedicht ‘Elfhonderd meter gedicht’ is van 17 april tot 31 mei 2009 te zien in de Sint Anna-voetgangerstunnel onder de Schelde; het gedicht bestaat uit twee delen; het ene deel loopt van de linker- naar de rechteroever en het andere van de rechter- naar de linkeroever.)

Gedicht 'Nou'

“Het is een onzinnige gedachte dat poëzie alleen op papier mag staan”, stelt Joke van Leeuwen. “Laat al die soorten maar naast elkaar bestaan. Papier, poëziefestivals, projecten, gedichten op internet, poëzie in de stad. Vooral poëzie op straat, in de openbare ruimte vind ik bijzonder en verrijkend: dat is zo’n andere taal dan de schreeuwerige reclametaal die we normaal zijn gaan vinden. Poëzie vormt daarmee een mooi contrast.”

Waarom kiest u voor Antwerpen als woon- en werkplek?
Joke van Leeuwen: “Ik ben in Den Haag geboren, maar in Vlaanderen ben ik veel meer op mijn gemak. Door zijn sfeer is Vlaanderen een vanzelfsprekende voedingsbodem voor het lyrische, het poëtische. Poëzie leeft hier ook veel meer dan in Nederland. Vlaanderen geeft prijzen, spant zich echt in voor zijn literatuur: er zijn literaire festivals die veel meer mensen op de been brengen dan in Nederland. Ze vinden het hier ook vanzelfsprekender een literaire voordracht te combineren met muziek, zodat het een volwaardige voorstelling wordt.”

U bent naar Vlaanderen verhuisd. Voelt u zich nu Vlaming of Nederlander?
Joke van Leeuwen: “Als het aan mij had gelegen, woonde ik nu al dertig jaar in een groot herenhuis met een eigen werkkamer. Maar dat kon ik me nooit veroorloven. Ik maakte al jong kennis met Vlaanderen. Mijn vader was theoloog en moest voor zijn werk naar Brussel; het gezin verhuisde mee. Tijdens de vormende jaren, als jongere en jongvolwassene, de jaren die zo belangrijk zijn voor de ontwikkeling van een mens, zat ik in Brussel en Antwerpen. Ik studeerde er grafische kunsten en geschiedenis. Die periode is bepalend voor de rest van je leven. Daarmee is Vlaanderen het landschap dat mij heeft gevormd. Ik heb ontdekt dat ik me meer thuis voel aan de zuidkant van het taalgebied. Ze hebben hier een bepaalde manier van leven. Van met elkaar omgaan. De dynamiek van de stad is hier heel anders dan in Nederland. Ik heb een tijd in Nederland gewoond, met mijn toenmalige man. Nadat ik van hem was gescheiden, wilde ik terug naar Vlaanderen. Ik ben een Nederbelg. Amsterdam is het landschap van mijn jeugd. Vlaanderen dat van mijn verdere leven.”

Hoe is het om stadsdichter te zijn?
Joke van Leeuwen: “Leuk. Ook wel vermoeiend. Ik kies ervoor niet achter mijn bureau te blijven zitten, maar in contact te komen met mensen. In samenwerking met die mensen ontstaat een gedicht. Mensen komen op je af, wanneer je deze functie hebt. Ik vind het aardig de sociale functie op te pakken die erbij hoort. Ik ben bezig met een maatschappelijke vraag over samenleven met hangjongeren. Ik heb poëzie geschreven voor inwijkelingen: ‘de slome slak slaapt in de slappe sla’. Wanneer Marokkaanse vrouwen dat versje onder ogen komt, moeten ze lachen. Als ik geen stadsdichter was geweest, was ik niet met al die mensen in contact gekomen. Ik vind het leuk om daarmee bezig te zijn.”

“Er werd van mij verwacht dat ik ging meedoen met ellebogenwerk; daar begin ik niet aan”

“Er werd van mij verwacht dat ik ging meedoen met ellebogenwerk; daar begin ik niet aan”

Als stadsdichter moet je soms kort op de bal spelen. Na het overlijden van Wannes Van de Velde, een echt Antwerps icoon, was je haast verplicht snel een gedicht te schrijven.
Joke van Leeuwen: “Toen Wannes Van de Velde overleed, heb ik in één middag iets gemaakt. Dat is erg snel, voor mijn doen: ik keer een gedicht langdurig om en om en om voordat ik vind dat het af is. Ik schaaf eraan, laat het liggen, begin opnieuw. Maar toen heb ik heel snel een gedicht geschreven, omdat ik vond dat het voor een voor Antwerpen zo belangrijke zanger moest. Het maakt inderdaad ook deel uit van je stadsdichterschap. Mensen kwamen me zeggen dat ze er blij mee waren. Het is mooi dat een dichter de woorden kan vinden om over te brengen wat anderen voelen. Overigens ben ik er in het algemeen niet blij mee als mensen me vragen: schrijf jij vanmiddag even een gedichtje en kom je dat dan vanavond voordragen. Ik bedank voor die eer. Ik kan het wel, maar ik vind niet dat ik dan mijn beste werk lever.”

U bent ook genomineerd geweest om in Nederland ‘dichter des vaderlands’ te worden. Uiteindelijk ging Ramsey Nasr met de eer lopen. Toevallig de vorige stadsdichter van Antwerpen.
Joke van Leeuwen: “Het was eigenlijk niet mijn eigen idee om me daarvoor te nomineren. Ik had mijn twijfels of het wel te combineren viel, want ik was op dat moment net stadsdichter van Antwerpen geworden. Maar ik ben gevraagd om zeker mee te doen en toen heb ik uiteindelijk ja gezegd tegen die nominatie. Vervolgens werd dat een heel mediacircus. Te veel heisa naar mijn zin. Het kreeg iets drammerigs en dat vond ik onprettig. De uitverkiezing kreeg een toon waarvan ik dacht: als dit voor het vaderland is, dan mag het van mij wat meer waardigheid hebben. Er werd van mij verwacht dat ik ging meedoen met ellebogenwerk; daar begin ik niet aan.”
 

2.   D I C H T E R   E N   D I C H T E R : 
“Ik heb de aangeboren behoefte om veelzijdig te zijn”

Joke van Leeuwen is een veelzijdig kunstenaar, het spreekwoordelijke schaap met de vijf poten. Onder het praten opent ze haar bundel ‘Wuif de mussen uit’, waarin prachtige tekeningen van haar hand staan. “Ik ben geen rechttoe-rechtaan dichter”, verklaart ze. “Ik teken en schilder. Ik schrijf niet alleen gedichten, maar ook romans, kinderboeken, liedteksten, cabaretteksten, boeken. Ik heb de aangeboren behoefte om veelzijdig te zijn. Ik heb van het begin af aan tekenen en schrijven gecombineerd. Voor mij zijn die twee onlosmakelijk met elkaar verbonden.”

Hoe krijgt u het voor elkaar om al die disciplines naast elkaar vol te houden?
Joke van Leeuwen: “Ik werk heel gedisciplineerd. Ik ben een ochtendmens, begin 's morgens vroeg al, en werk dan acht uur per dag. Ik moet altijd dingen maken, ik moet altijd bezig zijn. Met gedichten, met proza, met tekenen. Ik hou van die afwisseling. Ik ben bezeten van een gevoel van gedrevenheid, als kind al, en als volwassene nog altijd. Ik kan me niet voorstellen dat ik anders zou functioneren, dat ik het ‘kalm aan’ zou gaan doen.”

Maakt het voor u iets uit of u schrijft voor volwassenen of voor kinderen?
Joke van Leeuwen: “Nee, voor mijzelf is dat niet fundamenteel anders. Voor kinderen schrijf ik basaler, lichtvoetiger. Het perspectief is anders. Maar het proces van schrijven zelf is fundamenteel hetzelfde.”

“Ik blijft niet achter mijn bureau zitten, maar wil in contact komen met mensen. In samenwerking met 
die mensen ontstaat een gedicht.” (Fotobron: flickr.com)

“Ik blijft niet achter mijn bureau zitten, maar wil in contact komen met mensen. In samenwerking met die mensen ontstaat een gedicht.”
(Fotobron: flickr.com)

Waar haalt u uw inspiratie, wat drijft u?
Joke van Leeuwen: “Bij mij begint het met kinderen, met inhoud willen doorgeven. Basisdingen. Ontdaan van vanzelfsprekendheden. Spelen met taal is essentieel voor mij. Ik schrijf geen ondoordringbare poëzie. Mijn teksten zijn vaak niet eenduidig maar wel toegankelijk. Ik hou ervan dat er een bepaalde muzikaliteit in zit: ritme, cadans, binnenrijm. Toch wil ik niet dat mijn gedichten te proza-achtig worden, want dan kan ik net zo goed proza schrijven.”

Wat zijn de voornaamste thema’s in uw poëzie?
Joke van Leeuwen: “Taal is een belangrijk thema bij mij: het 'je bewust zijn’ van taal. Communicatie. Taal in een nieuwe, andere stad, in een ander land is het thema in de bundel ‘Kind in Brussel’. Toen we in mijn jeugd naar Brussel verhuisden, was ik op een leeftijd dat je heel ontvankelijk bent voor dingen. Daaruit heb ik later veel profijt gehaald. Toen ontstond wat later in mijn leven nog vaak zou terugkomen: het omschakelen van taal tussen Nederland en Vlaanderen. Je kunt daarmee spelen. Maar taal kan ook een bron zijn van misverstanden, van onbegrip. Taal was ook een belangrijk in het gezin waaruit ik kom. Gevoeligheid voor taal, het plezier in taal. En voorlezen, ook.”

Maar taal is niet uw enige dada.
Joke van Leeuwen: “Nee. Daarnaast is afscheid nemen een thema. En - ook heel belangrijk: de blik vanaf de andere kant, het perspectief. Het Leitmoriv in al mijn werk is: altijd iets anders willen zien dan het voor-de-hand-liggende. Humor is in mijn werk het middel om de donkere kant in evenwicht te houden met de lichte kant. De beelden, tekeningen die ik mijn boeken gebruik zijn vaak dubbelzinnig, je kunt er verschillende dingen in zien. Neem bijvoorbeeld het omslag van ‘Wuif de mussen uit’: je kunt er een jas in zien. Of een prop papier: het papier van de dichter. Of het zijn vleugels, van de vogel boven het landschap.”

Dichtbundels verkopen maar povertjes in de boekhandels. Van haar poëzie alleen kan Joke van Leeuwen niet leven, maar ze weet dat er een publiek voor is. De toch wel vele grote en kleine poëziefestivals en -optredens, zijn nog nooit zo populair geweest. Dichters dragen daarbij voor uit eigen werk. Nederlandse en Vlaamse dichters staan geregeld - al of niet begeleid door musici - voor volle zalen.

Kunt u zich nog het eerste gedicht herinneren waardoor u ooit werd getroffen?
Joke van Leeuwen: “Het eerste leesboek in de eerste klas: ‘Twee kindjes in mijn tuintje
Een blondje en een bruintje’ Ik interpreteerde dat als: een zwart en een wit kindje, maar ze bedoelden natuurlijk eentje met blond haar en eentje met bruin haar. Maar zo las ik het dus niet. Mij is vooral altijd bijgebleven: het gevoel van het kind dat net pas kan lezen, dat je zelf dingen kunt lezen die je echt raken.”
 

3.   D I C H T E R   E N   P E R F O R M E R :
“Ik heb nog nooit één subsidie aangevraagd”

Gedicht 'Nou'

Welke dichters leest u zelf graag, wiens werk zou u aanbevelen?
Joke van Leeuwen: “Esther Jansma, Eva Gerlach, Anne Vegter, Toon Tellegen, Leo Vroman, Leonard Nolens, Judith Herzberg - om er maar een paar te noemen. Mag ik voor beginners ook overleden dichters noemen, dan komt natuurlijk de toegankelijke Martinus Nijhoff in aanmerking. En uiteraard Paul van Ostaijen!”

Kunt u van uw dichterschap leven?
Joke van Leeuwen: “Van het dichterschap alleen niet, van alles wat ik maak bij elkaar wel. Al zijn de beste jaren voor de eigenzinnige kinderboekenschrijvers in Nederland voorbij. De jaren tachtig en negentig waren de hoogtijdagen voor kinderboekenschrijvers. Eind jaren negentig werd beweerd dat Querido elitaire boeken uitgaf. Wat er nu in het Nederlands taalgebied aan kinderboeken verschijnt, is nogal veel van hetzelfde. Wat verkoopt, wat loopt, daarvan verschijnt er meer en meer. Het resultaat is dat er veel boeken verschijnen die op elkaar lijken, dat schrijvers hun succesvolle kunstje aldoor herhalen; ze zijn erg gericht op de consumentenmarkt, en minder bezig met dat wat ze zelf zouden willen schrijven. Er is weinig ruimte meer voor een eigenzinnig geluid. Toch kan ik van alles wat ik doe nog altijd rondkomen. Ik heb nog nooit een schrijverssubsidie aangevraagd.”

Vind je voor poëzie moeilijk een uitgever?
Joke van Leeuwen: “Ach - dat is een kwestie van economisch denken. De vraag naar gedrukte poëzie is altijd kleinschalig geweest.”

Wat betekent internet voor uw poëzie?
Joke van Leeuwen: “Internet hoort tot de elektronische mogelijkheden om mijn werk te verspreiden, en ik wil ze graag allemaal inzetten. Een digitaal gedicht, een bewegend gedicht, een projectie in de winternacht op een muur of op een ander oppervlak: ik vind al die mogelijkheden leuk en interessant.”

Gaat het goed met de dichters in Nederland en Vlaanderen?
Joke van Leeuwen: “Er zijn aardig wat festivals die het grote publiek aanspreken. Het begrip ‘stadsdichter’ woekert (lacht), soms moeten ze in een stad goed zoeken om er eentje te vinden die ze stadsdichter kunnen maken. Wat mij betreft: de verkoop van bundels loopt behoorlijk goed. Ik behoor niet tot de minst verkopende dichters, heb niet te klagen. Maarrrrr: van mij hoeft niet alles wat ik opschrijf in een bundel. Ik vind het leuk om de stad te gebruiken als drager. Soms wordt dat echt heel bijzonder. Zo heeft het Theaterplein in Antwerpen een overkapping, een horizontaal dak dat rust op verticale zuilen. Op de elementen van dat dak zijn streepjes geplakt. Als je die onder juiste hoek bekijkt, staat er ‘Zie wat ik zeg dat niet ik zeggen kan’. Sta je er niet goed voor, dan zie je alleen streepjes, zonder betekenis. Dat spel met de vormgeving vind ik interessant.”

“Lara, in mijn laatste roman ‘Alles nieuw’, photoshopt; ik werk zelf natuurlijk ook met Photoshop, en het is leuk om mijn personage dat te laten doen.”

“Lara, in mijn laatste roman ‘Alles nieuw’, photoshopt; ik werk zelf natuurlijk ook met Photoshop, en het is leuk om mijn personage dat te laten doen.”

U neemt geregeld deel aan poëziefestivals. Is dat een verplicht nummertje of vindt u dat prettig?
Joke van Leeuwen: “Festivals zijn een manier om poëzie onder de mensen te brengen - al zal je publiek wel vaak bestaan uit steeds dezelfde mensen. Bij de Nacht van de Poëzie is het pret-element erg belangrijk; dat vind ik daar oké. In Vlaanderen heb je de organisatie Behoud de Begeerte, die poëzie op het podium brengt met projecties, met een mix van mensen, met muziek erbij. En je hebt de jaarlijkse Saint Amour-happening, zowel in Vlaanderen als in Nederland. Die trekt volle zalen, er zitten elkaar zevenhonderd, achthonderd mensen. In Vlaanderen is Saint Amour een begrip geworden als manier om literatuur en poëzie te brengen.”

Waarom zouden mensen poëzie moeten lezen?
Joke van Leeuwen: “Het is mooi als je de kans krijgt poëzie te ontdekken. Voor kinderen is poëzie ook belangrijk om het spel van taal te leren kennen; zeker ook meertalige kinderen. Hoe kun je bereiken dat kinderen plezier hebben in taal; ermee leren spelen, anders dan binnen de vaststaande regels. Je kunt pas met een taal spelen wanneer je haar goed beheerst.”

Vindt u dat poëzie genoeg gepromoot wordt? En ligt hierin misschien een taak voor de overheid?
Joke van Leeuwen: “Er moeten wel faciliteiten zijn voor niet-commerciële kunst die andere dingen doet dan iedereen verwacht. Die kunst moet wel worden gesteund. Kunsten zoals klassieke muziek, poëzie en zo. Want wanneer je de leidraad van de commercie volgt, wordt alles hetzelfde, middelmatig, precies zoals iedereen verwacht, anders verkoopt het niet.”
 

4.   D I C H T E R   E N   K U N S T E N A A R :
“Ik heb die springerigheid nodig.”

Inmiddels bent u behalve dichter en kinderboekenschrijver ook romancier. Hoe kwam u erbij opeens proza te gaan schrijven, romans voor volwassenen? ‘Vrij vormen’ verscheen in 2002, ‘Alles nieuw’ in 2009.
Joke van Leeuwen: “Ik heb de kunstacademie gedaan, in Antwerpen. Nadien vond ik proza eerst te zwaar op de hand. Ik wilde wel schrijven, maar daarvoor wilde ik terug naar de bron: schrijven voor kinderen, dus. Vanwege de ruimere mogelijkheden die de taal biedt, kwam ik eerst bij poëzie terecht. Op een goed moment voelde ik de springerigheid niet die ik nodig heb om kinderboeken te schrijven; daardoor ontstond de behoefte iets te schrijven dat bedoeld is voor volwassenen. Ik zoek dan wel naar dezelfde vorm: een combinatie van tekst en beeld. Dat is wat je ziet in ‘Alles nieuw’. Beeld is voor mij een vorm die iets toevoegt, de prenten maken deel uit van het verhaal. Het plaatje is vaak de gedachtenassociatie, een zijsprong.”

Uw roman ‘Alles nieuw’ staat op de longlist voor de Libris Literatuurprijs 2009. Het boek gaat over een oudere dame die het contact met haar dochter is verloren, en over haar jonge huurster die op de kunstacademie zit. Hoeveel ‘van uzelf’ zit er in dit boek?
Joke van Leeuwen: “De twee jonge personages Lara en Boes zijn studenten op de academie. Ik ken dat leven, uiteraard. Lara experimenteert met alle media en middelen die nu voorhanden zijn om haar kunst te maken. Als ik nu, zoals Lara, jong zou zijn, zou ik ook al die vormen met elkaar willen combineren. Lara photoshopt bijvoorbeeld; ik werk zelf natuurlijk ook met Photoshop, en het is leuk om mijn personage dat te laten doen.”

U heeft als beroepsopleiding ooit de kunstacademie gedaan. Toch bent u niet in de kunstwereld blijven hangen.
Joke van Leeuwen: “Nee. Die wereld sprak me niet aan. Ik wilde daar niet in zitten. Al op de academie raakte ik geklemd tussen wat er van me werd verwacht en wat ik zelf wilde doen. Ik had er het gevoel dat mijn creatieve ader werd afgeklemd, dat ik mijn eigen ideeën kwijtraakte. Uiteindelijk heb ik mijn eigen weg gekozen. Dat bevalt me heel goed, ik ben tevreden met de gang van zaken.”

U heeft een hele batterij prijzen ontvangen, waaronder de Theo Thijssenprijs: een prijs voor uw hele oeuvre. Hoe belangrijk zijn die prijzen voor u?
Joke van Leeuwen: “Vooral in het begin zijn prijzen erg belangrijk, bij wijze van erkenning. Een prijs maakt een boek zichtbaar, vooral een kinderboek. En prijzen bevorderen de verkoop van boeken. Krijg ik een aardig bedrag, dan zet ik dat opzij voor mijn pensioen.”

-----

Links rond Joke van Leeuwen als stadsdichter van Antwerpen:

» Website met o.a. alle stadsgedichten van stadsdichter Joke van Leeuwen: http://www.stadsdichterjokevanleeuwen.be/
» (Youtubefilmpje:) Stadsgedicht ‘Ben ik’: http://www.youtube.com/watch?v=YxcgbS4MhFk
» (Youtubefilmpje:) Laatste zin van het stadsgedicht ‘Ben ik’, bevestigd aan een dak of overkapping op het Theaterplein in Antwerpennt: http://nl.youtube.com/watch?v=Q_rTdY31GW8
» (Youtubefilmpje:) Stadsgedicht ‘Elfhonderd meter gedicht’, van de rechter- naar de linkeroever: http://www.youtube.com/watch?v=_Z4TdgHbYnk
» (Youtubefilmpje:) Stadsgedicht ‘Elfhonderd meter gedicht’, van de linker- naar de rechteroever: http://www.youtube.com/watch?v=hJp0wOYwTXI
» Artikel in de Gazet van Antwerpen van 15 april 2009 over het stadsgedicht ‘Elfhonderd meter gedicht’ in de Sint-Annatunnel: http://www.gva.be/antwerpen/antwerpen/elfhonderd-meter-gedicht-siert-sint-annatunnel.aspx
» (Youtubefilmpje:) Stadsgedicht ‘Hoe is 't’: http://www.youtube.com/watch?v=7zvZajTqeSM

Andere links rond Joke van Leeuwen:

» Website Joke van Leeuwen: www.jokevanleeuwen.com
» Koninklijke Bibliotheek Den Haag - dichtersdossier: http://www.kb.nl/dichters
» Koninklijke Bibliotheek Den Haag - schrijversdossier: http://www.kb.nl/dossiers/schrijvers.html
» NRC Handelsblad - boekensite: http://www.nrcboeken.nl
» Poëzie-Leestafelsite met veel gedichten (ook van Joke van Leeuwen): http://www.poezie-leestafel.info

-----

» Kadertekst 1: Publicaties en prijzen Joke van Leeuwen

Verzamelde poëzie: ‘Fladderen voor de vloed’ uit 2007.

Verzamelde poëzie: ‘Fladderen voor de vloed’ uit 2007.

(Onderstaande ‘publicaties en prijzen’ zijn overgenomen van de website van Joke van Leeuwen: http://www.jokevanleeuwen.com/Joke%20van%20Leeuwen/Publicaties%20Prijzen.html)

BOEKEN VOOR KINDEREN EN/OF LEEFTIJDLOOS:

» Theo Thijssenprijs voor hele oeuvre

» De appelmoesstraat is anders (1978)

» Een huis met zeven kamers (1979) Gouden Penseel, Zilveren Griffel

» De metro van Magnus (1981) Zilveren Griffel

» Deesje (1985) Gouden Griffel, Zilveren Penseel, Deutscher Jugendliteraturpreis

» Het verhaal van Bobbel die in een bakfiets woonde en rijk wilde worden (1987)

» We zijn allang begonnen, maar nu begint het echt (1987) Zilveren Griffel

» Duizend dingen achter deuren (1988) Kinderboekenweekuitgave

» Wijd weg (1991)

» Dit boek heet anders (1992)

» Het weer en de tijd (1993) Kinderboekenweekgeschenk

» De wereld is krom, maar mijn tanden staan recht (1995)

» Twee beleefde dieren (1990) Jubileumuitgave

» Iep! (1996) Woutertje Pieterse Prijs, Gouden Uil, Jonge Gouden Uil, Zilveren Griffel

» Bezoekjaren (1998 Woutertje Pieterse Prijs, Janny Smelik Ibby Prijs

» Kukel (1998) Zilveren Griffel

» Ozo Heppie (2000) Verzamelde versjes

» Kweenie (2003) Die 7 Besten Bücher

Joke van Leeuwen met één van haar lievelingsboeken: ‘Iep’

Joke van Leeuwen met één van haar lievelingsboeken: ‘Iep’.

» Slopie (2004)

» Waarom een buitenboordmotor eenzaam is (2004) Zilveren Griffel, Plantijn Morerus Prijs

» Ga je mee naar Toejeweetwel (2005) Omnibus

» Heb je mijn zusje gezien? (2006) Gouden Penseel, Boekenwelp, Die 7 Besten Bücher

» Een halve hond heel denken. Een boek over kijken. (2008)

» Ozo Heppie (uitgebreide uitgave) (2008)

» 11 boekjes voor beginnende lezers 2 maal Zilveren Griffel

PROZA EN POËZIE VOOR VOLWASSENEN:

» Laatste lezers (1994) poëzie; Buddingh' Prijs voor nieuwe Nederlandse Poëzie

» Vier manieren om op iemand te wachten (2001) Gedichtendagprijs

» Vrije Vormen (2002) roman

» Wuif de mussen uit (2006)

» Fladderen voor de vloed (2007) Verzamelde gedichten

» Alles nieuw (najaar 2008) roman met beelden erin

Verhalen en poëzie in bloemlezingen; Zwijsenprijs, Honourlist Universiteit Padua, Ibby Honour List; nominaties voor VSB, Astrid Lindgren Memorial Award, H.C. Andersen award en andere prijzen en twee verschoten zwemdiploma's ook.

» Kadertekst 2: Poëzie en het festivalcircuit in Vlaanderen en Nederland

Je zou bijna gaan geloven dat het publiek weinig interesse heeft in poëzie, als je de lage verkoopcijfers van gedichtenbundels in boekhandels ziet. Dat dat de verkeerde conclusie is, blijkt uit de opmerkelijke populariteit van poëziefestivals en -optredens, georganiseerd door initiatoren van uiteenlopende pluimage. Dichters dragen daarbij voor uit eigen werk. Nederlandse en Vlaamse dichters staan geregeld - al dan niet begeleid door musici - voor volle zalen. Een greep uit het aanbod.

In Vlaanderen is Behoud de Begeerte een belangrijke initiatiefnemer van optredens van dichters en literaire auteurs, onder meer onder de titels Saint Amour en Koningsblauw. Saint Amour staat voor een literaire avond waarvan poëzie deel uitmaakt. Daarnaast bevat het programma proza, film, muziek en dans. Saint Amour mag zich volgens woordvoerder Paul Hermans geregeld verheugen in uitverkochte zalen, wat neerkomt op zo'n achthonderd mensen. Saint Amour kent ook een succesvolle Nederlandse tak.

Koningsblauw is de overkoepelende titel van een Vlaamse poëzietoernee, die zijn naam ontleent aan wijlen Herman De Coninck. De toernee, dit jaar gepland in de maand mei, doet een zaal of zes aan, soms meer, soms minder. Plaats van handeling zijn locaties als De Vooruit in Gent en de Bourla Schouwburg in Antwerpen. Leonard Nolens treedt er op als vaste dichter, Piet Piryns neemt de presentatie voor zijn rekening.

Paul Hermans: “Het doel van deze toernees is een goede literaire voorstelling maken, maar dan wel in een theatrale opzet.” Dat betekent professionele decors, belichting, en eventueel videobeelden. “De auteur staat centraal. Die is als geen ander geplaatst om de innerlijke stem van het boek tot uitdrukking te doen komen. Een dichter die zelf voordraagt, dat is iets fundamenteel anders dan thuis in de luie stoel onder de leeslamp een bundel lezen. Het showgehalte voegt iets wezenlijks toe aan de tekst: dan lepelt de poëzie makkelijker naar binnen. Aardig is natuurlijk dat poëzie zo'n breed spectrum aan onderwerpen kent: ze kan gaan over grote politieke ideeën, maar evengoed over een kleine mus op een tak.”

Ook in Nederland heeft de poëzie haar weg naar het podium gevonden. Het bekendst is de jaarlijkse Nacht van de Poëzie. Helaas had het evenement bij de jongste editie, op 27 september 2008, de wind lichtelijk tegen. Het Utrechtse Muziekcentrum Vredenburg, het traditionele onderkomen van de Nacht van de Poëzie, wordt vernieuwd, en alle voorstellingen moeten uitwijken naar een voorlopig onderkomen. Terwijl de Nacht in het oude Muziekcentrum geregeld een volle zaal trok, verkocht de tijdelijke locatie maar 620 van de 1.600 plaatsen. De organisatie gaat/ging ervan uit dat dit een tijdelijke dip is, een dal waar ze wel weer uit klimt.
(Noot redactie. Op 26 september 2009 lastte Vredenburg de Nacht af en maakte bekend dat zij in elk geval tot 2013 geen doorgang vindt in Vredenburg. Een groep dichters en organisatoren (Ingmar Heytze, Frank Starik, Vrouwkje Tuinman en Het Poëziecircus) heeft bekendgemaakt de Nacht te willen voortzetten op een andere locatie (zie: http://www.denachtisvanons.nl/.

Populair in Nederland zijn ook de voorstellingen van Wintertuin, een productiehuis voor literaire voorstellingen dat is erkend door de Raad voor Cultuur. Het wordt dus gefinancierd door het ministerie van Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Wintertuin organiseert vele evenementen, waaronder zowel literaire als poëtische voorstellingen. Directeur Frank Tazelaar: “De doelstelling van Wintertuin is literatuur, met name poëzie, een actueel en vitaal onderdeel te laten zijn van de hedendaagse cultuurbeleving. Daarbij horen producties en voorstellingen op het snijvlak van poëzie met andere kunstdisciplines.”

Frank Tazelaar: “Wintertuin wil poëzie over het voetlicht te brengen voor een doelgroep van twintig tot veertig jaar oud. Dit om de dreigende ontlezing tegen te gaan. Wintertuin wil een vrijhaven zijn voor de ideeën van auteurs: samenwerken met een muzikant, of met een grafisch vormgever, bijvoorbeeld. Normaal is daar in Nederland weinig budget voor, maar wij kunnen auteurs die kans bieden.”

Het festival dat Wintertuin in november 2008 organiseerde, trok zesduizend tot zevenduizend bezoekers. Alle activiteiten bij elkaar leveren zo'n 24 a 25.000 bezoekers per jaar op. Tazelaar: “Poëzie dient dan niet simpelweg als publiek vermaak; de mensen zijn echt geïnteresseerd, de aanraking met poëzie is heel bijzonder. Een dichter moet het echt hebben van zijn toehoorders.”

Links:
» Behoud de Begeerte: http://www.begeerte.be/page.php?page=nieuws
» Saint Amour: http://www.begeerte.be/page.php?page=productie&ID=109
» Koningsblauw: http://vooruit.be/nl/event/355
» Nacht van de Poëzie via: http://www.vredenburg.nl/festivalsites/nacht_van_de_poezie_2006.html; zie ook: http://www.denachtisvanons.nl/
» Wintertuin: http://www.wintertuin.nl/

» Kadertekst 3: Plint brengt gedichten als cadeautjes onder de mensen

De site www.plint.nl is uitgevoerd in kruissteekjes en vetkrijt, maar dat kan morgen weer veranderd zijn: Plint is een organisatie die op alle mogelijke manieren probeert poëzie onder de mensen te brengen.

Gedichten op kussenslopen, op prentbriefkaarten, op servetten, op huishoudschorten, op kunstzinnige posters, op doorzichtig papier dat je op een ruit kunt plakken - noem maar op: producten van Plint. Plint bestaat dit jaar dertig jaar. “Het uitgangspunt was indertijd: aandacht genereren voor poëzie, door die te combineren met beeldende kunst”, zegt Sjoeke Martens van Plint. “Puur uit idealisme: poëzie toegankelijk maken voor een zo groot mogelijk publiek, de drempel naar gedichten verlagen.”

“Het begon met een enkele poster met een gedicht erop, die onder scholen werd verspreid met de vraag: is hier belangstelling voor”, vertelt Sjoeke Martens. Die eerste poster werd enthousiast ontvangen. Daarop werd een soort abonnement bedacht om scholen met regelmaat van een nieuwe poster te voorzien: zes verschillende voor het basisonderwijs, en zes voor het middelbaar onderwijs. Na de posters ontstonden de kaartenmapjes, en zo rolde het balletje door. Inmiddels heeft Plint onder andere een goedlopende internetwinkel waarop alle gedichtendragers te bestellen zijn.

“De producten werden altijd al verkocht via boekhandels, en bijvoorbeeld bij De Bijenkorf”, zegt Sjoeke Martens. Aanvankelijk was er bij de boekhandelaren een lichte huiver om iets te verkopen dat met boeken niks te maken had. Maar de verkoop liep goed, dus ze gingen alsnog om voor de bijzonder vormgegeven gedichten. Inmiddels vinden de producten via internet hun weg naar onder andere België, Australië en Curaçao.

Welke dichters lopen het beste? “Het werk van Vasalis, Herman De Coninck en Willem Wilmink: de grote namen.” Daarnaast blijkt de combinatie van poëzie met beeldende kunst een gouden vondst: wanneer dichter en kunstenaar elkaar daadwerkelijk aanvoelen en aanvullen, ontstaat een veelgevraagd product. “De gedichten zijn er eerst; vervolgens wordt aan kunstenaars gevraagd er beeld bij te maken.”

Plint heeft de indruk dat hun spullen ook veel worden gekocht als cadeautje: zo'n presentje is mooi, verantwoord, en het heeft meer diepgang dan een fles wijn.

Link: http://www.plint.nl

(Deze kadertekst is geschreven door Mieke Zijlmans.)

-----

archief





print pagina

Door het gebruik van stijlbladen is geen aparte 'print pagina' nodig. Gebruik de 'print' functie van uw browser.



tekstgroottekleinmiddelgroot