home > reportage > Nederlands steeds meer trendy in Jakarta

reportage

Nederlands steeds meer trendy in Jakarta

Tekst: Hilde Janssen; foto’s: Kees Groeneboer - 11/05/08

Nederlands leren in Indonesië? Waarom niet?! De Nederlandse Taalunie heeft er zelfs een eigen taalinstituut: het Erasmus Taalcentrum in Jakarta (ETC). Het centrum lokt elk jaar weer 1500 cursisten. Nederlands is trendy, staat goed op je cv en is handig als je familie in Nederland hebt of er wilt gaan studeren. Indonesische docenten Nederlands kunnen op het ETC terecht voor bijscholing, lesmateriaal en deskundig advies. “In het begin zijn ze verlegen, maar straks praten ze honderduit.”

Indonesische juristen, historici, archeologen en lingu�sten kunnen niet om het Nederlands heen. Meer dan tienduizend studenten volgen jaarlijks verplicht een bijvak Nederlands als bronnentaal bij hun universiteit om teksten te leren lezen.

Meer dan tienduizend studenten volgen jaarlijks een bijvak Nederlands om teksten te leren lezen.

Op straat moet het verkeer nog op gang komen, maar in de gangen van het Erasmus Taalcentrum is het de gebruikelijke zaterdagse ochtendspits. Even voor acht uur slalommen een paar honderd cursisten langs elkaar heen op weg naar hun leslokaal. Groepjes kletsende collega’s zorgen voor de nodige opstoppingen. In een mengelmoes van Nederlands en Indonesisch wisselen ze snel de laatste nieuwtjes uit voordat de les begint.

Voor de nieuwe cursisten van Semester-1 is het nog even wennen. Ze zitten stilletjes in keurige rijen in het lokaal te wachten op hun ‘Juf’. Het is een bont gezelschap. Zuster Hilaria trekt gelijk de aandacht met haar grijsblauwe nonnenkap. De trendy Fadly en zijn vriendjes van de hotelschool hangen stoer onderuitgezakt op de laatste rij. Helemaal vooraan op de eerste rij, juist naast een even ijverige boekhoudster, wacht de Balinese huisvrouw I Gusti Agung op het begin van de les. Dan komt ‘Juf’ Dini Saraswati binnen. Na een luidkeels “Goedemorgen” gooit ze de groep door elkaar in een kringopstelling. “Dat praat wat makkelijker.”

Boodschappen doen

Spreekvaardigheid is voor het taalcentrum een essentieel onderdeel van taalverwerving. De Indonesische docenten doen er alles aan om de cursisten in het Nederlands aan de praat te krijgen. Dat valt niet altijd mee, weet Dini Saraswati uit ervaring. “Indonesiërs zijn vaak verlegen. Ze zijn bang om fouten te maken en niet zo gewend om te discussiëren. Je moet ze altijd blijven aanmoedigen.” Toch is het vooral spreekvaardigheid die jaarlijks 1500 cursisten naar het ETC trekt. Voor de meesten is het de belangrijkste reden om Nederlands te leren: ze willen de taal kunnen spreken. Een beetje althans, zo blijkt uit de statistieken. Slechts een kleine groep doorloopt het hele reguliere cursustraject van Semester-1 tot Semester-8. Die volhouders hebben na drie jaar 480 lesuur achter de kiezen. De grote groep houdt het binnen een jaar voor gezien. Ze spreken dan voldoende Nederlands voor een kort kennismakingsgesprek, om boodschappen te doen en de weg te vragen. (Zie verder kadertekst 1 ‘Leer Nederlands in 60 uur’.)

“Ik ben al tevreden als ik me een beetje in het Nederlands kan redden,” zegt zuster Hilaria (46) uit Semester-1. “De rest leer ik wel ter plekke.” Zuster Hilaria staat te popelen om in een Belgisch klooster aan het werk te gaan. Ze is een maand geleden met haar collega uit Kupang in West-Timor naar Jakarta verhuisd om haar visa te regelen. Intussen komen ze elke zaterdagochtend naar het ETC om de taal te leren.

De doorsnee Indonesi�rs gebruiken nog dagelijks Nederlandse woorden, al zijn ze zich daar nauwelijks van bewust. Het Indonesisch telt ruim vijfduizend Nederlandse leenwoorden.

Indonesiërs gebruiken nog dagelijks Nederlandse woorden, al zijn ze zich daar nauwelijks van bewust.

Verblijfsvergunning

De groep heeft de eerste weken al aardig wat Nederlandse woorden opgestoken, blijkt tijdens de herhalingsoefeningen. De betekenis van ‘open’ en ‘dicht’, ‘boven’ en ‘onder’, en ‘voor’ en ‘achter’ kennen ze al allemaal. Het verschil tussen ‘hij’ en ‘zij’ en ‘zijn’ en ‘haar’ is wat lastiger. “Erg moeilijk hoor,” verzucht Fadly, om vervolgens in rap Indonesisch uit te leggen dat zijn moedertaal geen onderscheid maakt tussen mannelijk en vrouwelijk. Bij het luisteren naar een bandopname is hij gelijk de weg kwijt. “Bij het tweede kruispunt naar rechts of links?” Fadly hoopt dat hij zijn taalkennis volgend jaar in Nederland in praktijk kan brengen. Als kok in opleiding wil hij graag stagelopen in een Nederlands hotel. Zijn school stuurt elk jaar leerlingen naar Nederland. “Als je de taal al een beetje spreekt, maak je meer kans.”

I Gusti buigt zich over een routetekening van het Erasmushuis naar het postkantoor. In staccato wijst ze haar buurvrouw de weg. De net hertrouwde weduwe heeft al een aardige woordenschat opgebouwd dankzij de dagelijkse oefengesprekken met haar nieuwe Nederlandse man. Ze oefenen alvast voor het inburgeringsexamen, zodat Igusti straks een verblijfsvergunning kan aanvragen. Igusti wordt al zenuwachtig als ze eraan denkt. “Als je ouder bent leer je niet meer zo makkelijk.”

Trendy, jong, hoog opgeleid

Igusti en zuster Hilaria zijn duidelijk geen doorsnee cursisten. Fadly en zijn vrienden zijn dat wel. Driekwart van de cursisten is jonger dan dertig en academisch geschoold. Ze gaan met hun tijd mee. Een vreemde taal leren is trendy, het staat goed op je cv en het is wel handig als je een masteropleiding in het buitenland wil gaan volgen. Een paar jaar in Nederland studeren spreekt velen aan. In alle klassen schieten gelijk de vingers de lucht in. “Accounting, communicatiewetenschappen, ontwikkelingseconomie, tandheelkunde, conservatorium.” De studiekeuze is al bepaald. “Nu alleen nog een studiebeurs,” grijnst Mayang (22) uit Semester-2, die graag elektrotechniek in Delft wil studeren.

De cursisten van het ETC hebben hun ogen strak op de toekomst gericht. Toch speelt de geschiedenis soms ook een rol in de taalkeuze. “Familiebanden,” grijnst de 21-jarige zanger Boudewijn uit Semester-5. Hij spreekt bijna accentloos Nederlands. “Dankzij mijn Molukse oma, waar ik als klein kind bij inwoonde. Oma spreekt vloeiend Nederlands. Zij vond dat ik het ook moest leren, omdat we veel familie in Nederland hebben. Zodat er tenminste iemand van ons het contact kan onderhouden.”

Strafrecht

Het Nederlands koloniale bestuur heeft overal haar sporen nagelaten in Indonesië. Ook in de taal. Het Nationaal Archief in Jakarta telt alleen al zeventien kilometer dozen vol Nederlandstalige historische documenten. Het Indonesische Wetboek van Strafrecht is gebaseerd op het Nederlands strafrecht. In de rechtzalen zijn begrippen als ‘onrechtmatig’ en ‘medeplichtig’ dagelijkse kost. Aankomende Indonesische juristen, historici, archeologen en linguïsten kunnen niet om het Nederlands heen. Meer dan tienduizend studenten volgen jaarlijks verplicht een bijvak Nederlands als bronnentaal bij hun universiteit om teksten te leren lezen. Maar ook de doorsnee Indonesiërs gebruiken nog dagelijks Nederlandse woorden: al zijn ze zich daar nauwelijks van bewust.

Knalpot, kortslet, polisi

Het Indonesisch telt ruim vijfduizend Nederlandse leenwoorden. Nederlandse toeristen kunnen na een week zo een rijtje opsommen: knalpot, asbak, rekening, handuk, bagasi, musik, polisi. Andere leenwoorden zijn moeilijker te herkennen, omdat ze op z’n Indonesisch geschreven zijn. In de gesproken taal is de Nederlandse herkomst nog wel herkenbaar in woorden zoals amplop, kortslet en ritsleting. (Zie verder kadertekst 2 ‘Mag ik de handuk even?’.)

Ninuk Soedarsono: “De cursussen hier zijn veel meer op onze situatie toegesneden dan de cursussen in Nederland of Belgi�.”

Ninuk Soedarsono: “Onze cursussen zijn veel meer op onze situatie toegesneden dan die in Nederland of Belgi�.”

“Het helpt Indonesiërs enorm bij het leren van het Nederlands,” vindt Kees Groeneboer. Hij is als academisch adviseur van de Nederlandse Taalunie al jaren werkzaam bij het ETC en bij de vakgroep Nederlands van Universitas Indonesia. De historische taalband maakt dat Nederland nauw betrokken blijft bij het Nederlandse taalonderwijs. De Taalunie organiseert via het ETC niet alleen taalcursussen, maar ondersteunt ook universiteiten en andere taalinstituten waar Nederlands wordt gedoceerd met bijscholingscursussen, boeksubsidies en het ontwikkelingen van lesmateriaal. “Nederlands is weliswaar geen omgangstaal meer, maar het speelt wel een rol als toegangstaal, zowel voor studie en voor contacten met familie, zakenrelaties en toeristen.”

Kees Groeneboer is een van de twee Nederlanders die bij het ETC werken. De 24 docenten Nederlands zijn allemaal Indonesiërs. “Moedertaalsprekers zijn onbetaalbaar,” verklaart Groeneboer. Het ETC moet haar docenten en ondersteunende staf immers betalen uit het cursusgeld. De oude generatie docenten was per definitie Nederlandstalig opgevoed. Bij de huidige docenten is dat zelden het geval, maar iedereen heeft wel Nederlands gestudeerd. “We hebben zoveel geïnvesteerd in de universitaire opleiding dat we de afgestudeerden ook graag aan het werk willen zien.” (Zie verder kadertekst 3 ‘Lesgeven als bijbaantje’.)

Vrije seks en korte films

“Tijd voor een gedicht,” oordeelt Juf Dini. Daar zijn de cursisten wel aan toe. “Ben je boos? Pluk een roos,” galmt het door het lokaal van Semester-1. Twee deuren verderop in klas Semester-5 weerklinkt even later “In Holland staat een huis”. Boudewijn neemt als professioneel zanger het voortouw, de groep zingt hem vrolijk na. Even alle remmen los na een zware discussie over moraal, vrije seks en ontkerkelijking. Afwisseling houdt de leerlingen bij de les, weten de docenten van het ETC uit ervaring. Een lesblok van twee uur wordt opgehakt in licht verteerbare hapjes grammatica, luisteroefeningen, oefendialogen, invuloefeningen, lezen, rollenspelen, kwartetten, voordrachten, korte films, poëzie en zang.

Afwisseling houdt de leerlingen bij de les, weten de docenten van het ETC uit ervaring. Een lesblok van twee uur wordt opgehakt in licht verteerbare hapjes grammatica, luisteroefeningen, oefendialogen, invuloefeningen, lezen, rollenspelen, kwartetten, voordrachten, korte films, poëzie en zang.

(Op de foto is docent Saminto te zien.) Een lesblok van twee uur wordt opgehakt in licht verteerbare hapjes.

Een lesblok van twee uur wordt opgehakt in licht verteerbare hapjes.

Bijscholingscursussen zorgen ervoor dat de docenten nieuwe ideeën opdoen en zelf nieuw lesmateriaal ontwikkelen, zoals audiovisueel materiaal en computeroefeningen. “Er valt altijd weer wat nieuws te leren,” stelt Ninuk Soedarsono, die al 15 jaar les geeft op het ETC. Ninuk en haar collega’s zijn zeer te spreken over de bijscholing in Jakarta door Nederlandse en Belgische gastdocenten. “Die cursussen hier zijn veel meer op onze situatie toegesneden dan de cursussen in Nederland of België,” aldus Ninuk. “Nederlands leren in Nederland is heel anders. Je hoort en ziet de taal overal in je omgeving. Je kunt er niet omheen. In Indonesië daarentegen ontbreken die prikkels.”

Wildwaterkano

“Een of twee keer per week op het ETC Nederlands praten is te weinig,” beamen de Semester-5 cursisten Coin en Stella in koor. “Dus moet je zelf initiatief nemen.” Vorig jaar richtten zij de cursistenclub Oase op.

“Samen gezellige activiteiten doen en tegelijkertijd Nederlands oefenen,” luidt het devies. “Samen een krant maken, toneel spelen, zingen, allemaal in het Nederlands natuurlijk,” verduidelijkt Stella, “ook als we uitstapjes organiseren, zoals wildwater kanoën. Erg leerzaam en gezellig.” Het initiatief slaat goed aan, bij cursisten en docenten. Hun enthousiasme werkt aanstekelijk. Het versterkt de onderlinge band. “Dat is precies wat we nodig hebben,” constateert Ninuk. De ETC docenten hopen dat het cursisten stimuleert om langer door te gaan en nieuwkomers aantrekt. “Dat houdt de Nederlandse taal levend.”

-----

» Kadertekst 1: Leer Nederlands in 60 uur

Groep cursisten van semester 4 in een van de computerlaboratoria van het ETC

Het ETC heeft zowel reguliere als bijzondere cursussen in de aanbieding. Ruim tweederde van de cursisten kiest voor een reguliere cursus Nederlands met een lespakket van 60 uur in 15 weken. Sommigen hebben twee keer per week in de avonduren les. De meesten kiezen voor een lesblok van 4 uur op zaterdag. Op het eind van het semester gaat de helft van de cursisten door naar het volgende niveau tot maximaal Semester-8.
Het bijzondere cursusaanbod is aangepast aan de behoefte van bepaalde groepen. ETC biedt zomercursussen voor studenten, intensieve cursussen voor mensen die in Nederland gaan wonen, werken of studeren, cursussen voor specifieke beroepsgroepen (diplomaten, verpleegsters, politie, archivarissen en sinds kort ook inburgeringscursussen, nodig voor een Machtiging Voorlopig Verblijf (MVV).
 

» Kadertekst 2: Mag ik de handuk even?

Docent Saminto in de beginnersklas

In de koloniale tijd hadden Indonesiërs beperkt toegang tot Nederlandstalig onderwijs. Vlak voor de onafhankelijkheid in 1945 spraken zo’n anderhalf miljoen Indonesiërs, zo’n twee procent van de bevolking, goed Nederlands. Slechts een enkeling heeft de taal doorgegeven aan de volgende generatie. Maar veel woorden zijn wel blijven hangen. Alles bij elkaar telt het Indonesisch ruim 5000 Nederlandse leenwoorden; sommigen zijn onveranderd gebleven, anderen zijn een beetje aangepast en soms bijna onherkenbaar. Omgekeerd heeft het Nederlands ook zo’n 150 Maleise woorden geadopteerd.

Indonesisch Nederlands

Asbak, knalpot, rekening, oma, wortel
Handuk (handdoek), musik (muziek) setasiun (station), kulkas (koelkast), mebel (meubel), pabrik (fabriek), kortslet (kortsluiting), ritsleting (ritssluiting)
Bengkel (winkel), taplak (tafellaken, seterika (strijken) atret (achteruit).

Nederlands Indonesisch

Senang, sarong, kaketoe, klapper, kroepoek
Branie (berani), bakkeleien (berkelahi), piekeren (pikir), soebatten (sobat)

» Kadertekst 3: Lesgeven als bijbaantje

Docent Dini voor de klas

De tijden dat de ETC-docenten van huis uit Nederlands spreken, zijn voorbij. Slechts een enkeling is Nederlandstalig opgevoed. Maar ook zij hebben net als alle ETC-docenten een universitaire opleiding Nederlands gevolgd aan de Universitas Indonesia (UI) in Jakarta. Het is de enige universiteit in Indonesië waar je Nederlands kunt studeren. Vroeger had de UI alleen een bachelor opleiding Nederlands en moesten studenten naar Nederland voor een vervolgopleiding. Tegenwoordig kun je aan de UI zelf een masteropleiding doen.

Slechts een kleine groep afgestudeerde Neerlandici vindt in het onderwijs een baan (zie overzicht). Van de ETC-lessen alleen kunnen de docenten niet leven. De meesten hebben er nog een volle baan naast. Een vijftal geeft les op de UI, anderen werken op de Nederlandse of Belgische ambassade, in het bedrijfsleven, als vertaler, taalredacteur of geven taalcursussen of privéles. Toch maken ze allemaal regelmatig tijd vrij voor bijscholingscursussen in Indonesië en in Nederland of België.

» Kadertekst 4: Overzicht cursuscentra en opleidingsinstituten Nederlands in Indonesië

PlaatsNaamOpleiding/cursusStudenten/    
cursisten
JakartaETCTaalcursus1500
JakartaUniversitas IndonesiaBachelor & Master
D3 diploma opleiding
170
50
SemarangAKABA 17
Widya Mitra
D3 diploma opleiding Taalcursus    25
100+
SurabayaYPKIBTaalcursus400
BandungBudaya MuktiTaalcursus60
JogyakartaYayasan Budaya Mukti    Taalcursus40
Heel Indonesië    UniversiteitenBijvak bronnentaal10.000+

archief





print pagina

Door het gebruik van stijlbladen is geen aparte 'print pagina' nodig. Gebruik de 'print' functie van uw browser.



tekstgroottekleinmiddelgroot