home > reportage > Wat zien we toch in spelling?

reportage

Wat zien we toch in spelling?

Tekst: Jan T�Sas - 10/01/08

Nederlands is een leuk en nuttig vak. Daar is ongeveer iedereen in Vlaanderen, Nederland en Suriname het over eens. Merkwaardig genoeg scoren spelling, grammatica en zinsontleding erg hoog als �belangrijke onderdelen� van het vak. Er zou ook meer aandacht naartoe mogen gaan. Zijn lezen en communiceren dan bijzaak geworden? De resultaten van Taalpeil 2007 - over het onderwijsvak Nederlands in Nederland, Vlaanderen en Suriname - in twaalf vragen die uitnodigen tot discussie.

Vlaamse en Nederlandse leerlingen zweten het hardst voor grammatica, zinsontleding en spelling.

Vlaamse en Nederlandse leerlingen zweten het hardst voor grammatica, zinsontleding en spelling.

Vraag 1: Is Nederlands een leuk vak?

Je verwacht massaal �ja� als antwoord op deze vraag. Nederlands is immers een vak dat heel dicht bij de mensen staat. Het is bovendien een vak waarin leraren volop de kans hebben actueel te zijn, hun leerstof te vari�ren en geregeld andere werkvormen toe te passen. En jawel, vooral voor de leraren in deze bevraging staat Nederlands als het allerleukste vak op het podium, samen met geschiedenis en � in Suriname � biologie. Voor burgers in het algemeen en voor leerlingen staat Nederlands in de top vijf en voor leerlingen in de top tien. Vooral Vlaamse en Nederlandse leerlingen hebben blijkbaar wel leukere vakken. Lichamelijke opvoeding bijvoorbeeld. Of Engels. De kleinste aaibaarheidsfactor hebben de b�tavakken natuurkunde/fysica en scheikunde/chemie.

Vraag 2: Is Nederlands een nuttig vak?

In Nederland en vooral in Suriname, waar niet iedereen de taal van huis uit leert, zijn de meeste burgers het erover eens dat ze veel hebben aan het vak Nederlands. Vlaamse burgers en leraren zijn minder enthousiast en van de leerlingen veren de Surinamers het hoogst op: 44 procent vindt Nederlands een heel nuttig vak. De Nederlandse (32 %) en vooral de Vlaamse jongeren (21 %) reageren wat koeler. Toch behoort Nederlands volgens alle ondervraagden tot de top vijf van de vakken waar je wat mee bent in het leven. Net als het Engels, bijvoorbeeld.

En de minst nuttige vakken? Ook daarover heeft ieder zijn eigen mening. Burgers vinden klassieke talen en lichamelijke opvoeding weinig nuttig, leerlingen zien weinig nut in klassieke talen, leraren reageren nogal verdeeld over welk vak minder nuttig is. Allicht ��n dat ze zelf niet geven�

Vraag 3: Is Nederlands een moeilijk vak?

Nee, het moeilijkste schoolvak kan je Nederlands niet meteen noemen. Zowel bij burgers, leraren als leerlingen gaat de Oscar voor �het moeilijkste vak� naar wiskunde en wetenschappen. In Suriname vinden leerlingen geschiedenis het moeilijkst. Surinaamse leraren en Nederlandse leerlingen plaatsen Nederlands opvallend meer in de top drie van moeilijke vakken dan de andere ondervraagden.

En de gemakkelijkste vakken? Dat zijn lichamelijke opvoeding, maatschappijleer en kunst- en cultuurvakken.

Streamer: Is literatuur dan enkel nodig volgens leerkrachten?

Vraag 4: Welk onderdeel van het vak Nederlands is het leukst?

Welke component van het vak zoveel endorfine doet vrijkomen? Voor burgers zijn dat spelling, literatuur, verhalen schrijven, teksten begrijpend lezen en grammatica. Leraren plaatsen spelling en grammatica meer naar achter in hun lijstje. Zij vinden literatuur lezen en literatuurgeschiedenis het leukst. Bij de leerlingen zijn er grote verschillen tussen Vlaanderen en Nederland enerzijds en Suriname anderzijds. Nederlandse en Vlaamse leerlingen schuiven grammatica nog meer naar achter en plaatsen spelling nog net binnen de top vijf. Betogen en discussi�ren staat voor hen eenzaam bovenaan als het leukste onderdeel, op afstand gevolgd door verhalen schrijven, literatuur lezen en werkstukken maken. Surinaamse leerlingen vinden grammatica, brieven schrijven en spelling het prettigst.

Vraag 5: Welk onderdeel van het vak Nederlands is het minst leuk?

Zinsontleding, grammatica, spreekbeurten houden en spellinglessen roepen bij de doorsnee burger ontegensprekelijk beelden op van instortende gebouwen en verzuurde soep. Zo�n 40 procent vindt dat geen leuke vakonderdelen. In Vlaanderen en Nederland is literatuurgeschiedenis evenmin een bron van vreugde. Surinaamse burgers zijn minder negatief over zinsontleding en grammatica. Zij vinden vooral brieven schrijven, teksten samenvatten en zakelijke teksten schrijven onprettig.

De leraren vinden grammatica, spelling en teksten samenvatten het minst leuk, maar spreekbeurten houden en spelling doen het bij hen evenmin beter. Toch vormen ook hier de Surinaamse leraren een uitzondering: teksten samenvatten is voor hen de verveling zelve, maar grammatica en zinsontleding vinden ze helemaal niet zo saai als hun Vlaamse en Nederlandse collega�s.

Deze trend zet zich door bij de leerlingen: grammatica en zinsontleding zijn voor 43 procent van de Nederlanders en Vlamingen de gruwelen van het vak, maar Surinaamse leerlingen hebben daar minder moeite mee. Verder is ��n op de drie leerlingen weinig enthousiast over spelling. Literatuurgeschiedenis en spreekbeurten vinden ze evenmin boeiend.

Vraag 6: Welk onderdeel van het vak Nederlands is het nuttigst?

Wat het meest zichtbaar is in de samenleving kaapt het goud weg: spelling. Driekwart van de Nederlanders en Vlamingen en bijna de helft van de Surinamers vinden dit het nuttigste onderdeel. Nederlandse en Vlaamse burgers voegen daar begrijpend lezen aan toe, Surinaamse burgers brieven schrijven en grammatica.

Cartoon. Leerling valt uit een turntoestel en jammert 'ou ou ou'. De docent zegt tegen hem dat hij 'au au au' moet zeggen.

Vlaamse leraren vinden literatuur lezen, spelling en begrijpend lezen eveneens heel nuttig. Informatie opzoeken op de computer is voor de helft van de Vlaamse leraren een nuttig vakonderdeel. Nederlandse leraren hechten dan weer veel belang aan werkstukken maken. Het vakonderdeel betogen en discussi�ren dringt vooral bij de leerlingen de top vijf binnen. E�n op de drie leerlingen vindt dat nuttig.

�Ik schrik toch van dit resultaat�, reageert lerarenopleider Hilde Van den Bossche in Taalpeil. �Wat hebben we in ons onderwijs van het Nederlands als impliciete boodschap meegegeven? Dat het vooral belangrijk is correct te spellen, zonder aandacht te hebben voor het correct inschatten van de communicatieve situatie?� en ze vraagt zich af: �Is literatuur dan niet leuk en enkel nodig volgens leerkrachten?�

Vraag 7: Welk onderdeel van het vak Nederlands is het moeilijkst?

Spelling mag dan door velen leuk en nuttig bevonden worden, bijna de helft van de burgers vindt het ook het moeilijkste onderdeel van het vak Nederlands. Grammatica (49 %) en zinsontleding (38 %) staan als goede tweede en derde mee op het podium. Alleen in Suriname ziet de top drie er helemaal anders uit: teksten samenvatten vindt men er het moeilijkst, dan volgen grammatica en zinsontleding. Leraren Nederlands vinden �geen enkel onderdeel� moeilijk. 83 procent vindt zijn vak veeleer een makkie.

Vooral Vlaamse  en Nederlandse leerlingen vinden een paar vakken leuker dan Nederlands.  Lichamelijke opvoeding bijvoorbeeld.

Vooral Vlaamse en Nederlandse leerlingen vinden een paar vakken leuker dan Nederlands. Lichamelijke opvoeding bijvoorbeeld.

De Surinaamse leerlingen vinden teksten samenvatten en spreekbeurten houden het moeilijkst. Vlaamse en Nederlandse leerlingen zweten het hardst voor grammatica, zinsontleding en spelling.

Vraag 8: Aan welk onderdeel van het vak Nederlands had men meer aandacht mogen besteden?

Voor ��n op de drie burgers is het antwoord eenvoudig: aan geen enkel. Maar als er toch ��n onderdeel boven uitsteekt, dan is het voor Vlamingen wel betogen en discussi�ren. Spelling en grammatica vervolledigen de top drie (behalve in Suriname).

Vlaamse en Nederlandse leraren voegen hier zakelijke teksten schrijven aan toe, maar in Suriname noemen de leraren ook teksten samenvatten, begrijpend lezen, verhalen schrijven, grammatica en brieven schrijven.

Alle leraren zijn het erover eens dat spelling meer aandacht mag krijgen in de les. Surinaamse leraren zouden ook opvallend meer aandacht willen voor discussi�ren en betogen, verhalen schrijven, spreekbeurten houden, brieven schrijven en werkstukken maken.

Leerlingen vinden dat het vak Nederlands wel goed zit zoals het is, er hoeft niet echt iets bij. Tenzij wat meer aandacht voor� spelling.

�Verhalen schrijven scoort bij alle ondervraagden hoog�, merkt Margot de Wit, voorzitter van de Vereniging van docenten Nederlands, op. �Terecht. Zeker in Nederland heeft dat onderdeel het zwaar moeten ontgelden. Dat is jammer, omdat je met dit onderdeel interessante verbanden kan leggen met andere onderdelen van Nederlands.�

Vraag 9: Wat zijn de belangrijkste doelen van het vak Nederlands?

Vlaamse en Nederlandse burgers antwoorden resoluut �zonder fouten schrijven�. Zowel Vlamingen (77 %) als Nederlanders (62 %) hechten daar heel veel belang aan, Surinamers (30 %) minder. Andere doelen die hoog scoren, zijn: zich mondeling uitdrukken en teksten/brieven schrijven. Surinaamse burgers plaatsen �zonder fouten schrijven� op de zesde of zevende plek. Zij vinden zich mondeling uitdrukken het belangrijkste doel van het vak Nederlands.

 De helft van de  Vlaamse, Nederlandse en Surinaamse burgers heeft vooral goede herinneringen aan  zijn leraar Nederlands.

De helft van de Vlamingen, Nederlanders en Surinamers heeft goede herinneringen aan zijn leraar Nederlands.

De leraren schuiven �zonder fouten schrijven� naar de vijfde plek, dat vinden ze niet het belangrijkst. Hun top drie van doelen is: zich mondeling kunnen uitdrukken (gemiddeld 52 %, maar in Suriname niet minder dan 75 %), teksten lezen (43 %) en een goede basis meegeven om te functioneren in de samenleving (38 %). Onderaan staat �leerlingen een basis geven om andere talen te leren.� De leraar Nederlands vindt zichzelf duidelijk niet de waterdrager van de leraren vreemde talen.

Vraag 10: Hebt u goede of slechte herinneringen aan uw leraar Nederlands?

De helft van de Vlaamse, Nederlandse en Surinaamse burgers heeft vooral goede herinneringen aan zijn leraar Nederlands. Slechts tien procent zou hem of haar het liefst door de gehaktmolen draaien. Enigszins verontrustend is echter dat ongeveer ��n op de drie burgers geen enkele herinnering aan zijn leraar Nederlands meer heeft. Men kan zich afvragen wat daarvan de oorzaak is en of dat lot enkel de leraar Nederlands treft� Hoe dan ook heeft wie zich een goede leraar herinnert, daar ook veel positiefs van overgehouden. �Ze maakten van Nederlands een plezierig vak�, is de conclusie van velen.

Vraag 11: Moet de spelling van het Nederlands veel meer aandacht krijgen in het onderwijs?

Het zal wel aan enige maatschappelijke liggen dat het antwoord op deze vraag bij het merendeel van de burgers (71 %) en de leerlingen positief is. Dt-fouten springen nu eenmaal meer in het oog dan het feit dat je Max Havelaar niet gelezen hebt. Alleen leerlingen, meer bepaald de Nederlandse en Vlaamse, zijn daar minder van overtuigd. Ze zijn er daarentegen het meest van overtuigd dat correct kunnen spellen minder belangrijk is geworden door de komst van computer en spellingcheckers, iets wat leraren met klem tegenspreken.

Ten slotte mogen de doemdenkers rond taalverloedering alsnog opgelucht ademhalen: slechts een kleine minderheid van burgers, leraren en leerlingen is het eens met de stelling dat spelfouten niet zo erg zijn en in het vak Nederlands niet zoveel aandacht behoeven. Surinaamse leraren zijn zelfs unaniem: spelfouten zijn heel erg en verdienen meer aandacht in de les dan vandaag.

Vraag 12: Bestaat het vak Nederlands over vijftien jaar nog wel?

Leraren hoef je dit niet te vragen: nonsens, zeggen ze, natuurlijk zal het vak Nederlands nog bestaan. Toch is ��n op de vijf leraren daar niet of zelfs helemaal niet zo zeker van. Vooral in Suriname stellen drie op de tien leraren zich vragen. Van de burgers weet ruim twee derde zeker dat het vak Nederlands niet zal verdwijnen. Leerlingen twijfelen daar nog het meest aan, vooral in Vlaanderen en in Nederland. In Nederland weet 56 procent zeker dat het vak blijft, in Vlaanderen minder dan de helft (44 %). Aangezien in Nederland het Nieuwe Leren het vak Nederlands soms onder druk zet en dit fenomeen in Vlaanderen veel minder speelt, kan je je afvragen of de score niet omgekeerd had moeten zijn. Maar misschien antwoordden de Nederlandse leerlingen vanuit een zekere wishful thinking tussen al dat ge�xperimenteer en willen ze gewoon dat het vak blijft.

Het volledige Taalpeilonderzoek is te downloaden via www.taalunieversum.org/onderwijs/taalpeil

-----

» Kaderstuk 1: Leraren spreken het meest dialect

Ben u van huis uit Nederlandstalig opgevoed?
Op deze vraag antwoorden vooral de Surinamers dat ze (ook) anderstalig zijn opgevoed. Van de burgers en de leraren is 30 procent er alleen Nederlandstalig opgevoed, van de leerlingen amper 17 procent. Bijna ��n op de drie Surinaamse leerlingen is vooral anderstalig opgevoed. Is het Nederlands er misschien aan het afkalven�?

Welke talen spreekt u minimaal ��n keer per week?
Deze vraag werd gesteld aan leraren en leerlingen. De verschillend tussen beide zijn niet zo groot. Nederlands, Engels en Frans vormen de weinig verrassende top drie voor Vlamingen en Nederlanders. Voor de Surinamers zijn dat Nederlands, Sranan en Engels. Andere talen: Duits, Spaans, Italiaans, Samami en Surinaams Javaans. Bij de Vlaamse leerlingen verdringt het Frans het Engels op de tweede plaats. Die taal krijgen zij in het onderwijs ook eerder aangereikt dan het Engels.

Spreekt of schrijft u dialect?
Vlaamse burgers (61 %) zijn de grootste dialectsprekers, Nederlanders (32 %) doen dat duidelijk minder. Opvallend is wel dat de leraren (66 %) de grootste dialectgebruikers zijn. Jongeren spreken minder dialect dan volwassenen, maar ze schrijven het wel meer.

Gebruikt u wel eens straattaal, leerlingentaal of sms-taal?
Het zal niemand verwonderen dat negen op de tien leerlingen hier positief op antwoorden. Dat is veel meer dan burgers en leraren(40 %). Vlaamse burgers en leraren, die ook meer dialect spreken (zie vorige vraag), hanteren deze varianten daarnaast meer dan Surinamers en Nederlanders.

Is sms-taal goed voor de taalontwikkeling?
Nogal wat burgers, leraren en leerlingen weten niet goed wat ze met deze vraag aan moeten: ze antwoorden neutraal of zeggen �geen mening�. E�n op de drie leerlingen weet het niet goed. Surinaamse burgers en leerlingen zien opvallend meer heil in sms-taal dan andere ondervraagden. De literatuur en het onderzoek over dit thema zijn nog jong en vooral verdeeld over deze kwestie.

» Kaderstuk 2: Meertalig onderwijs is slechts een kwestie van tijd

Zijn er nog talen die u zou willen leren en zo ja, welke dan?
Voor 37 procent van de burgers, de Nederlanders op kop, volstaat hun huidige talenkennis. Dat is ook het meest gegeven antwoord. Spaans, Frans en Italiaans staan vervolgens het meest op het verlanglijstje. Voor Surinamers is dat Spaans, Frans en Portugees.
Leraren zijn leergieriger. Bijna driekwart zou graag ��n of meer andere talen leren. En ook hier vooral Italiaans en Spaans en � bij de Surinaamse leraren � Engels. Dit beeld stemt overeen met dat van de leerlingen: ja, graag een andere taal en ja, bij voorkeur Spaans, Italiaans, Frans en (bij de Surinamers) Portugees.

Waarom zou u deze taal of talen willen leren?
Handig voor het werk, om met familieleden of vrienden te communiceren en om een vleugje authentieke cultuur op te snuiven zijn vaak genoemde redenen om extra talen te leren, maar de belangrijkste is deze: handig voor de vakantie. Leraren zetten het lezen van boeken, kranten en tijdschriften op de tweede plaats, leerlingen vinden het ook handig voor hun (school)werk.

Hebben mensen die meertalig zijn opgegroeid daar veel voordelen van in de maatschappij?
Het antwoord is over heel de lijn positief. Vlaamse burgers en leerlingen zijn hier het meest van overtuigd, samen met Surinaamse leraren. Surinaamse leerlingen twijfelen het meest. Toch antwoordt nog 60 procent overtuigd �ja�.

Is de opkomst van meertalig onderwijs nog te stuiten?
Op deze vraag mochten enkel de leraren antwoorden. In Nederland en Vlaanderen staan ze vrij neutraal tegenover deze vraag: een op drie zegt �ja�, een op drie zegt �nee� en de rest onthoudt zich. De meeste Surinaamse leraren (62 %) denkt dat meertalig onderwijs nog slechts een kwestie van tijd is. Je houdt het niet tegen.

» Kaderstuk 3: Veel leraren spreken caf�taal op school

Hoe staat u tegenover het nieuwe leren / begeleid zelfstandig leren?
De meeste Nederlandse leraren staan negatief (47 %) of neutraal (36 %) tegenover het nieuwe leren. Meer dan de helft van de Vlaamse leraren staat daar overwegend positief tegenover. Het cultuurverschil tussen het Vlaamse en Nederlandse onderwijs speelt mee: Nederland vernieuwt en experimenteert vlugger en drastischer, het Vlaamse onderwijs beweegt trager maar ook voorzichtiger. Vernieuwing stoot daardoor op minder Vlaamse weerstand.

Hoe staat u tegenover het idee om Nederlands te integreren in andere vakken of leergebieden?
De Vlaamse of Nederlandse onderwijsminister die dit wil doorvoeren, mag rekening houden met veel getoeter en spandoeken. Voor bijna driekwart van de leraren is dit geen optie. Surinaamse leraren staan daarentegen veel positiever tegenover het idee. 54 procent vindt het een goed idee.

Moet Nederlands een apart vak blijven?
In de lijn van vorige vraag is het gros van de leraren het hiermee eens.

Beheersen uw collega�s het Nederlands onvoldoende?
Meer dan de helft van de leraren vindt dat een deel van hun collega�s caf�taal balken. Vooral Nederlandse leraren (60 %) twijfelt daar geen moment aan, net zoals 41 % van de Vlaamse en 25 % van de Surinaamse leraren. Alleen in Suriname is een grote groep leraren (25 %) het hier niet mee eens. Zij vinden dat hun collega�s het Nederlands wel beheersen.

 
archief





print pagina

Door het gebruik van stijlbladen is geen aparte 'print pagina' nodig. Gebruik de 'print' functie van uw browser.



tekstgroottekleinmiddelgroot