Vrouwen doen Surinamers lezenTekst en foto’s: prof. dr. Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar West-Indische letteren, Universiteit van Amsterdam. - 21/06/07De gemiddelde Surinamer leest acht boeken per jaar. Dat is minder dan de doorsnee Nederlander en ongeveer even veel als de Vlamingen. Maar boeken zijn duur in Suriname en de boekenlijsten op school verouderd en weinig stimulerend. ‘Toch verandert er wat’, zegt kenner Michiel van Kempen. ‘Er komen nieuwe auteurs waarmee de Surinaamse lezer zich wil identificeren.’ Opvallend: 95 procent van de schrijvers zijn vrouwen. Een speurtocht in de boekhandels van Paramaribo. Schrijfster Cynthia Mc Leod is het icoon van Suriname, iemand met wie lezers zich sterk identificeren. Het Surinaams-Nederlands is een prachtige variant van het Nederlands, waarin woorden en uitdrukkingen bewaard zijn gebleven die in het Noordzee-Nederlands niet meer gangbaar zijn. Maar het Surinaams-Nederlands kan ook in woorden die de Nederlander en Vlaming wél dagelijks gebruikt, verraderlijk zijn. Zo verstaan bijna alle Surinamers onder ‘boek’ niet alleen een paperback, pocket of ingebonden boek, nee, voor Surinamers kan een boek evengoed een tijdschrift zijn. Als je dus in Suriname de vraag stelt: hoeveel boeken leest u per jaar, en het antwoord luidt: ’Tien’, dan moet je jezelf wel afvragen of daar niet ook de Libelle, Donald Duck of de Playboy mee bedoeld wordt. Blote borstenIk noem deze drie bladen, omdat zij alle drie ook in de donkerste jaren van het onafhankelijke Suriname altijd leverbaar bleven – al ging het dan vaak om oude nummers. Een kerstmenu, Goofy en blote borsten: ze zijn nu eenmaal niet zo tijdgebonden... Tijdens de jaren van het militaire regime en de Binnenlandse Oorlog (1980-1992) liep alle bedrijvigheid die afhankelijk was van import dramatisch terug. De boekhandels kregen dan ook enorme klappen. Verschillende sloten hun deuren, andere legden zich toe op de verkoop van lokale artikelen of haalden nog restjes van voorraden uit de jaren 50 en 60 tevoorschijn. New AgeUiteindelijk overleefde er maar één van de oude, goede boekhandels in Paramaribo: Vaco aan de Domineestraat. Twee andere kwaliteitsboekhandels openden nadien hun deuren, zodat Paramaribo anno 2007 drie goede boekhandels telt: naast Vaco zijn dat Efte in de Kersten Mall (ook in de Domineestraat) en Faranaz Literair (in de Hermitage Mall,ver buiten het stadscentrum, maar op comfortabele afstand van grote onderwijsinstituten als de universiteit, de lerarenopleiding en het natuurtechnisch instituut). Boekhandel Vaco, Paramaribo. Voor veel Surinaamse lezers zijn boeken in boekhandels te duur. De drie boekhandels bieden wat van een goede boekhandel mag worden verwacht: zowat alle leverbare fictie en non-fictie van en over Suriname, een ruime keuze aan Caraïbische auteurs, een aantal van de bekendste titels uit de Nederlandse literatuur, een redelijk aanbod aan Engelstalige pockets, een voorraad schoolboeken (woordenboeken, atlassen, taalcursussen enz.) en een sterk uiteenlopend assortiment van varia, uiteenlopend van autotechniek en babyvoeding tot handleeskunde en astronomie. Overigens is de afdeling waar de Indiase goeroes, de reikimeesters, horoscoopleggers en andere New Age fenomenen presenteren, opmerkelijk groot. ParfumKan je in heel Suriname dan slechts in drie winkels boeken kopen? Natuurlijk niet. Maar andere winkels die ook aan boekverkoop doen, leggen zich vooral toe op tijdschriften en kantoorartikelen zoals Sanoush Books. Andere hebben elk hun specialisatie. Oriental Books combineert spiritualiteit met parfums, Toetie’s is goed in strips en bouquetreeksen, de Bookstop legt zich toe op Amerikaanse populaire titels, bij Warteco en Kasco vindt men tussen veel Nederlandse tijdschriften incidenteel opeens wel eens een roman van Wolkers of Möring. Verder telt Surinames hoofdstad nog enkele verkooppunten van uitsluitend christelijke lectuur. Buiten de hoofdstad Paramaribo kan men alleen nog in het westelijke Nieuw-Nickerie in enkele winkels een handvol boektitels vinden. 125 miljoen euroWat er verder aan nieuwe boeken in Suriname circuleert, wordt meegenomen door reizigers of opgestuurd vanuit – vooral – Nederland. De stroom aan pakketten met eerste levensbehoeften en goederen kent niet langer de omvang van de jaren 80 en 90, maar schattingen van de zogenaamde remittances (geldovermakingen) geven aan dat er per jaar nog altijd ongeveer 125 miljoen euro van Nederland naar Suriname wordt overgemaakt. Dat is vijfmaal de Nederlandse ontwikkelingshulp van 24 miljoen euro (cijfer voor 2004). Het boekenaandeel in deze stroom zuid-zuidwest is nooit ingeschat en zal wel verwaarloosbaar klein zijn, maar er is geen boekliefhebber in Suriname die niet met regelmaat van deze stroom profiteert. Ook al heeft Cynthia Mc Leod sinds enige jaren haar koppositie overgenomen, toch worden de boeken van Bea Vianen nog steeds veel gelezen. De lezerMaar wie is nu de Surinaamse boekenliefhebber? Waar haalt hij zijn boeken vandaan, hoeveel heeft hij te besteden, wat leest die lezer het liefst, hoeveel leest hij daadwerkelijk? Daar is eigenlijk nooit een representatief onderzoek naar gedaan. Alle tot nu toe verrichte onderzoeken hebben drie grote beperkingen: ze bepalen zich tot een kleine groep, ze gaan bijna uitsluitend over Nederlandstalige boeken en ze werden uitgevoerd in Paramaribo en directe omgeving. Die beperkingen in aanmerking genomen laten de leesenqu�tes toch opmerkelijke verschuivingen zien. StrafhokDe meest populaire schrijver zou Bea Vianen kunnen zijn. In een enquête onder 242 eindexamenkandidaten van het schooljaar 1985-1986 van het Openbaar Atheneum (havo) in Paramaribo, noemen studenten in het totaal 49 boektitels. Van Bea Vianen staan drie boeken (Sarnami, hai, Strafhok en Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan) in de top tien (Ze schreef er in totaal vijf.) Ruim 47 procent van alle gelezen boeken, zijn boeken van Vianen. Albert Helman scoort hoog en is met tien titels het best vertegenwoordigd; meer dan 23 procent van alle gelezen boeken uit het onderzoek zijn van zijn hand. Het in Suriname geproduceerde boek blijft sterk achter bij het in Nederland geproduceerde. Van de 49 titels blijken er 16 in Suriname te zijn uitgegeven; 13 daarvan komen pas voor vanaf de 23ste plaats in populariteit (5 keer of minder gelezen). Op een totaal van alle keren dat er een boek werd gelezen voor de lijst, ging het slechts in ruim 7 procent van de gevallen om in Suriname geproduceerde boeken. Poëzie werd totaal niet gelezen, zelfs niets van `volksdichter’ R. Dobru. Alle boeken waren in het Nederlands, op slechts één boekje na. SuccesfiguurDe canon van de Surinaamse literaire teksten is met de jaren veranderd. Dat blijkt uit andere onderzoeken. Zo is er de in 1997 verrichte enquête onder 11 Mulo-scholen in Groot-Paramaribo en een nieuw onderzoek uit 1998 onder 94 leerkrachten Nederlands aan 27 Mulo’s in Paramaribo. Ook hier gaat het dus om een steekproef met een zeer beperkte reikwijdte: een publiek dat voornamelijk leert uit ‘schoolverplichtingen’. Hieruit blijkt dat Cynthia Mc Leod duidelijk de koppositie heeft overgenomen van Bea Vianen, een beeld dat ongetwijfeld nog scherpere trekken zal hebben gekregen sinds Mc Leod met verschillende nieuwe historische romans uitkwam. Mijn persoonlijke indruk, opgedaan tijdens festivals en congressen, is dat Mc Leod in sterke mate gezien wordt als een icoon van Suriname, iemand met wie lezers zich sterk identificeren als succesfiguur en die voor hen geldt als de schatbewaarster van hun geschiedenis. Dat is ze eerst en vooral met haar roman Hoe duur was de suiker? De Surinaamse schrijfster Marilyn Simons won in 2005 een verhalenwedstrijd van de stad Antwerpen. VrouwenOpvallend is overigens de rol van vrouwen in de Surinaamse literatuur. In Suriname is de schrijverswereld lang door mannen gedomineerd. Maar daar is een spectaculaire verandering in gekomen: sinds 2000 is 95, misschien wel 98, procent van de Surinaamse boeken geschreven door vrouwen. Printing-on-demandGemakkelijk te lezen boeken als die van Cynthia Mc Leod en Rappa dragen aanzienlijk bij tot de verbreding van het lezerspubliek. Romans werden nooit eerder binnen Suriname in zo grote aantallen gedrukt en afgezet als sinds de verschijning van Mc Leods debuutroman. Dit genre boeken draagt er toe bij dat ook buiten schoolverband mensen veel gemakkelijker naar een boek grijpen. Vooral door toedoen van Mc Leod, die begon bij een Surinaamse uitgeverij (Vaco), is het in Suriname geproduceerde boek doorgedrongen tot de top. Mede als gevolg van de importproblemen in de jaren 80 en 90 is het lokaal geproduceerde proza belangrijker geworden dan ooit tevoren. Het gros verschijnt nog altijd in eigen beheer, terwijl nogal wat schrijvers hun boeken tegen betaling onderbrengen bij Ralicon: een productiebureautje dat werkt volgens het printing-on-demand-systeem: u vraagt, wij drukken. ‘Hoe duur was de suiker’, de debuutroman van de populaire schrijfster Cynthia Mc Leod. Jonge lezersDe romans van Bea Vianen blijven veelgelezen boeken. In hoeverre haar visie op maatschappijbeeld van een desintegrerend Suriname (nog) aansluit bij de beleving van jonge lezers, komt uit het onderzoek niet naar voren; de waardering voor haar proza is constant hoog gebleven. Poëzie wordt niet gelezen. Sommige dichters hebben wel een redelijke mate van bekendheid, maar het lijkt dan te gaan om de publieke persoon, niet om de poëzie. In aanmerking genomen dat dichters als Michaël Slory en Shrinivási hun bundels soms in oplagen van duizend exemplaren deden drukken, kunnen we twee mogelijke conclusies formuleren: de poëzie heeft sterk aan populariteit ingeboet na de onafhankelijkheid van het land of de vooronderstelling wordt bevestigd dat bundels niet worden gekocht om daadwerkelijk te lezen, maar ‘fu steun a man’. Plezier en ontspanningZijn Surinamers in het algemeen grote boekenlezers? Een leesonderzoek verricht in 2006 door Trendbox voor de Taalunie onder Nederlanders, Vlamingen en Surinamers bevestigt dat zij meer dan Vlamingen en Nederlanders kranten lezen tegenover boeken of tijdschriften. Ze lezen gemiddeld acht boeken per jaar. Dat doen ze vooral uit algemene interesse, ze lezen veel voor hun ontwikkeling en zelfontplooiing (meer dan voor plezier en ontspanning) en ze hebben een meer dan gemiddelde voorkeur voor strips, religieuze boeken, encyclopedieën en zelfhulpboeken. BetuttelendAl in 1995 stelt Robby Parabirsing, de schrijver Rappa, vast ‘dat het gros van de afgezwaaide kandidaten [van de scholen] nooit meer literatuur leest en zelfs een koude rilling over de ruggengraat voelt lopen als het woord "literatuur" valt.’ Hij geeft daar zeven redenen voor aan: Rappa: ‘Tijdens literatuurlessen heerst vaak een ongezonde, naar koloniale en autoritaire invloeden neigende houding van de Alleswetende Leerkracht.’
‘Verder heerst er tijdens de literatuurlessen vaak een ongezonde, naar koloniale en autoritaire invloeden neigende houding van de Alleswetende Leerkracht, die zich dank zij een aantal jaren boekenstudie verheven voelt tot het niveau van de Grote Beoordelaar van creatieve uitingen van (in dit geval) woordkunstenaars’, voegt Rappa nog toe. Bovendien krijgen de leerlingen geen inzicht in de mate waarin een literair werk grensverleggend of taboedoorbrekend is geweest. Aldus Rappa in 1995. Maar sindsdien is er wel wat veranderd, doordat aan de lerarenopleiding een kritischer en creatiever manier van omgaan met literatuur gedoceerd wordt. Dat begint hier en daar zijn vruchten af te werpen, maar veel leerkrachten die moeten “hosselen”om het hoofd boven water te houden, hebben moeite met het grondig en dus tijdsintensief voorbereiden van lessen. InflatieNog altijd wordt er jaarlijks ongeveer 125 miljoen euro van Nederland naar Suriname overgemaakt. De boekenliefhebber profiteert daarvan mee. Als de school niet tot lezen aanmoedigt, doet de bibliotheek dit dan misschien? Niet echt. De bibliotheken zijn niet toegerust om in deze situatie structureel veel te veranderen. De grootste uitleenbibliotheken zijn nog altijd die van het CCS aan de Henck Arronstraat, de Algemene Onderwijsbibliotheek in de wijk Zorg en Hoop en de bibliotheek van de Anton de Kom-universiteit. Daarnaast zijn er nog enkele kleinere regionale bibliotheken, schoolbibliotheken, gespecialiseerde bedrijfsbibliotheken en een nieuwe bibliotheek als die van de stichting voor leesbevordering Bukutori. Geen van deze beschikt over een budget om de collectie goed op peil te houden. De grote gaten die in de jaren 80 als gevolg van de enorme geldinflatie in de collecties vielen, zijn nooit echt opgevuld. Veel bibliotheken zijn al blij als ze hun personeel kunnen betalen, zelfs voor onderhoud van de gebouwen schiet nauwelijks iets over. Ze hangen alle sterk af van giften van particulieren en ambassades en van bulkzendingen (veelal van uitgeversrestanten of afgeschreven bibliotheekboeken) uit Nederland. Voor boekpromotie hebben zij geen middelen. In dat opzicht doen de wekelijks verschijnende Literaire Pagina van het dagblad De Ware Tijd, de periodieke Kinderboekenfestivals en in mindere mate de Schrijversgroep 77 hun werk. Te duurVoor de gemiddelde Surinaamse lezer is het boek in de boekhandel te duur (toch gauw 25 tot 40 procent duurder dan in Nederland als het om nieuwe boeken gaat). Zelfs pocketuitgaven van bijvoorbeeld Clark Accord De koningin van Paramaribo of van Scheurbuik van Annette de Vries zijn voor de gemiddelde beurs te duur. Een reeks als SuriBoek, waarbij populaire titels tegen lage prijs (20 SRD = ca. 6 euro) worden aangeboden is meer dan welkom: van Sonny Boy van Annejet van der Zijl vloog de eerste oplage van drieduizend exemplaren in 2006 in no time weg. Dat er ook gemord werd over dit ‘neokoloniale initiatief’ vanuit Nederland, bewijst dat de tijd van hand-ophouden en dank-je-wel-zeggen voorbij is. InternetTen slotte: dat websites als Literair Nederland en de Digitale Bibliotheek Nederlandse Letteren (die het laatste jaar 20 000 pagina’s Surinaamse letteren aan haar bestanden toevoegde) zich in een groeiende populariteit mogen verheugen, is waar. Maar ook daar moeten er nog reuzen-inhaalstappen gemaakt worden: al het internetverkeer perst zich nog door één kabel vanuit Miami naar Frans-Guyana en vandaar met een kleine aftakking naar Suriname. Eind 2006 had een student nog een hele dag nodig om een niet eens zo omvangrijke tekst van het world wide web te downloaden. ----- » Kadertekst 1: Wat krijgt het publiek onder ogen dat niet in schoolverband leest?Een enquête uit 1998 naar het leesgedrag onder 45 gezinnen geeft hier enkele concretere gegevens over. Negen gezinnen gaven aan het afgelopen jaar 2 boeken te hebben gelezen, vijf gezinnen 4 boeken, zeven gezinnen 6 boeken en vierentwintig gezinnen 8 boeken. Van de gelezen boeken waren er 45 in het Nederlands, 29 in het Engels, een in het Sranan, een in het Sarnami en een in een andere taal. Naar genre onderverdeeld werden 34 ontspanningsboeken gelezen, 20 literaire boeken, 16 informatieve boeken (non-fictie) en 15 (vak)tijdschriften. Wat de herkomst van de boeken betreft, werd 29 maal aangegeven dat ze geleend werden, 21 maal gekocht en 20 maal kwamen ze uit eigen bezit. De veruit bekendste auteur blijkt Cynthia Mc Leod te zijn, op afstand gevolgd door Bea Vianen. Half zo veel lezers, verdeeld over alle leeftijdscategorieën, kennen Cairo’s Kollektieve schuld, Rappa's De vlek uit het verleden, Leo Ferriers Atman en Frits Wols’ Het groene labyrint. Een enigszins vergelijkbare bekendheid hebben de dichters Shrinivási en Michaël Slory, maar van de laatste kan niemand een titel noemen, terwijl van de lezers tussen 40 en 45 maar liefst tien mensen de bundels Anjali en Om de zon noemen. ----- Literatuur en links» Michiel van Kempen, ‘De roman Strafhok en zijn lezers.’ In: Kalá, 1 (1986), no. 2, december, pp. 5-12. |
|