home > reportage > Vlaamse en Nederlandse school winnen Taalunie Onderwijsprijs 2006

reportage

Vlaamse en Nederlandse school winnen Taalunie Onderwijsprijs 2006

Tekst: Jan T’Sas; foto’s: Gert Swinnen en Maarten van der Burg - 24/05/06

Ze hebben de prijzen netjes gedeeld. ‘Een stap in het onbekende’ en ‘Veroordeeld tot gedichten’ van het Provinciaal Technisch Instituut uit het Vlaamse Eeklo en ‘De verteltas’ van Montessorischool de Regenboog uit Amsterdam zijn de winnaars van de Taalunie Onderwijsprijs 2006. Elke school neemt 8 000 euro mee naar huis. Opvallend: de hoge dosis po�zie onder de genomineerden. Taalschrift verkent vijf verrassende projecten.

Nederlandse leerlingen Drama aan de slag met Vlaamse bakstenen. (Foto: PTI Eeklo.)

Neem een groep leerlingen uit de beroepsafdeling Bouw mee naar een groep leerlingen Drama in Nederland. Laat de dramaleerlingen daar toneelles geven aan de bouwleerlingen. Haal vervolgens de dramaleerlingen naar Vlaanderen en vraag aan de bouwleerlingen ze een muur te leren metselen. Absurd? Verre van. Het Provinciaal Technisch Instituut in Eeklo en het Lyceum van Goes werken sinds vorig jaar samen om een dergelijke uitwisseling te realiseren. Een stap in het onbekende heet het project en voor de leerlingen is het dat ook. De initiatiefnemer, het PTI Eeklo, won er prompt de Taalunie Onderwijsprijs 2006 mee in de categorie secundair/voortgezet onderwijs. Hoe goed een prijs van 8 000 euro smaakt? ‘Het is de kers op de taart’, zegt leraar Henk Vlerick. ‘Maar de taart, dat is het enthousiasme van de leerlingen.’

Respect

‘Het idee is indrukwekkend in al zijn eenvoud en de resultaten zijn sprekend’, lezen we in het juryverslag. Henk Vlerick, leraar Project Algemene Vakken, blijft er bescheiden bij. ‘Het idee is ontstaan na een lerarenuitwisseling met Nederland. We vroegen ons af: kunnen we de leerlingen in contact brengen met een beroep en een cultuur die ze niet of nauwelijks kennen, zodat ze er ook respect voor krijgen? Daarom kozen we doelbewust voor twee beroepen die weinig of niets met elkaar te maken hebben. En om het aspect taal te bekrachtigen, kozen we niet voor een uitwisseling met een andere Vlaamse beroepsschool maar voor een vmbo-school in Nederland.’

Paul Demets (links) en Henk Vlerick (midden) van het PTI in Eeklo krijgen de Taalunie Onderwijsprijs 2006 voor secundair/voortgezet onderwijs van Frank Vandenbroucke, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming.

Coach

De leerlingen van Goes lopen wat onwennig tussen de bakstenen. Het jaar voordien hebben ze hun Vlaamse leeftijdgenoten met veel zelfvertrouwen leren toneel spelen, nu moeten ze met zijn allen een complete muur met venster- en deuropening metselen. Elke Nederlandse leerling heeft voor deze gelegenheid een Vlaamse coach. Als die verkeerde instructies geeft, wordt het niets met de muur. De leraren lopen wat nerveus rond. Zal het lukken?

Schroevendraaier

‘De kracht van het project zit in het feit dat de leerlingen de ene keer experts zijn en de andere keer pure leken’, vertelt Henk Vlerick: ‘Als expert krijgen ze een leeftijdgenoot voor zich die ze precieze instructies moeten geven. Zo’n uitwisseling is tegelijk een kennistest, een oefening in efficiënt communiceren in het Algemeen Nederlands (‘Een Nederlander weet echt niet dat een ‘tournevies’ een schroevendraaier is’) en een training van sociale vaardigheden. En het werkt, de leerlingen nemen hun job ernstig en doen het graag. We gaan er dan ook zeker mee door.’ Met we doelt Henk Vlerick ook op zijn praktijkcollega’s. ‘Eigenlijk zijn zij het die de concrete uitwerking met de leerlingen hebben gerealiseerd, want zelf ben ik een echte bouwleek.’ Als de muur klaar is, blijkt alvast dat de uitwisseling werkt. Via MSN chatten de Vlaamse en Nederlandse leerlingen er later nog over…

Geheim

‘Gedichten? Dat is iets voor meisjes.’ Dit vooroordeel duikt bij leerlingen uit het beroepsonderwijs wel vaker op, zeker in de harde nijverheidsrichtingen, zoals lassen, hout en bouw. Groot is dan ook de verwondering van de jury van de onderwijsprijs als het PTI Eeklo een project indient waarbij uitgerekend deze leerlingen vier jaar lang intens met gedichten aan de slag gaan. ‘We doen dat dan ook niet op een traditionele manier’, legt leraar Nederlands Paul Demets uit. ‘Bovendien ligt het geheim in een sterke aansluiting bij de belevingswereld van de jongeren.’

Aanstormende pubers

De doos van Pandora, zo heet fase één van het poëzieproject Veroordeeld tot gedichten in Eeklo, het tweede project van Eeklo dat werd bekroond met de Taalunie Onderwijsprijs voor voortgezet/secundair onderwijs. Bij De doos van Pandora kiezen de derdejaars een gedicht uit een pakket van bundels voor jongeren en volwassenen. Elke leerling verwerkt zijn interpretatie van het gedicht door een kartonnen doos te decoreren en er vier voorwerpen in te stoppen die met het gedicht te maken hebben. Ze stoppen er ook één voorwerp in dat bij hen een negatief gevoel oproept. De doos en de voorwerpen vormen later de bron van een gesprek tussen de leerling en de klas. Een van de effecten van deze aanpak is dat gevoelens - en dat kan soms heel ingrijpend zijn - bespreekbaar worden. Ze leren ook met een negatief gevoel omgaan. Aanstormende pubers hebben het heel lastig om dat te verwoorden.’

Welk gedicht eten de Eeklose docenten Henk Vlerick en Paul Demets hier?

Konijn met pruimen

Of je gedichten kan eten? Ook dat weten ze nu in Eeklo. Zodra ze in het vierde jaar zitten, gaan de leerlingen in groepjes kokkerellen. Demets ‘Ze maken een gerecht waarvan de geur, de kleur en de smaak verwant is aan hun gedicht. Nadat de klas heeft geproefd, probeert ze te raden waarover het gedicht gaat. Zo ontstaat vanuit geur en smaak een gesprek over poëzie’ En in het vijfde jaar sleept Demets er muziek bij. Natuurlijk is de metafoor belangrijk. Als in een gedicht een konijn voorkomt, wil ik niet dat ze prompt konijn met pruimen gaan bereiden, daar gaat het niet om.’

Tribunaal

‘De leerlingen vertalen songteksten, presenteren een cd en performer, zetten zelf een gedicht op muziek, schrijven een raptekst op een melodie, je kan echt alle kanten uit. Hier kan je veel doen met poëzie van Burssens en van Van Ostaijen.’ In het zesde jaar ten slotte, verdedigt elke leerling één dichter voor een heus tribunaal. Demets: ‘Ze moeten zich documenteren over hun eigen dichter, maar ook over de dichters van hun medeleerlingen. Met kritische recensies bijvoorbeeld zoeken ze argumenten om een dichter te ‘veroordelen’. Dit is een perfecte oefening op argumenteren en taalvaardigheid in het algemeen.’ Of deze lassers, metselaars en schrijnwerkers nadien ooit nog een poëziebundel aanraken? Demets: ‘Je zou er versteld van staan. Sommigen gaan zelf gedichten schrijven. Ik zie songteksten ontstaan in de school en hun eigen leven gaan leiden daarbuiten. Mooi toch?’

In elke verteltas zit een knuffel.

Knuffel

Hoe kan je kinderen met een stoffen tas aanzetten om te lezen? Op die vraag krijg je antwoord in de 1e katholieke Montessorischool de Regenboog in Amsterdam. Het is een kleurrijke school met veel kinderen die het Nederlands als tweede taal hebben. Als je er binnenloopt, is de kans groot dat je een groep ouders en docenten vindt die uit stof verteltassen aan het maken zijn, het hoofdbestanddeel van het project De verteltas.

‘Elke verteltas bevat een prentenboek, een luistercd en verscheidene spel- en leermaterialen’, licht Josien Branbergen van de Regenboog toe. Die spel- en leermaterialen zijn heel divers: knuffels, handpoppen, verkleedkleren, attributen uit het boek, een non-fictieboek met info over het belangrijkste thema uit het prentenboek enz. Branbergen: ‘Ouders en kleuters krijgen drie weken lang een verteltas mee naar huis. De tassen nodigen uit tot lezen, vertellen, woordenschat uitbreiden en ze zorgen ervoor dat ouders nauwer betrokken zijn bij wat er op school gebeurt.’

‘De verteltas’ wint de Taalunie Onderwijsprijs voor het basisonderwijs. Coördinatrice Efrat de Groot (l.) ‘Voor het project startte, durfde ik zelf nauwelijks Nederlands spreken.’

Kapstok

Echt spannend wordt het als de verteltas terugkeert naar de klas. ‘Het boek in de tas is het uitgangspunt voor de keuzeactiviteiten in de ochtend’, legt Josien Branbergen uit. ‘De rol van de ouders is bovendien nog niet uitgespeeld. Zo mogen enkele kleuters na de verwerkingsactiviteiten een verteltas van de kapstok uitzoeken en met een ouder naar het vertelhuisje gaan. De ouder heeft de sleutel en doet het deurtje open. Binnen liggen dikke kussens. Terwijl de ouder voorleest, koesteren de kinderen de knuffels die uit de tas zijn gekomen en praten ze mee met het verhaal.’

Zo groot wordt het vertrouwen van de kinderen om Nederlands te leren en zo groot is ook het effect op ouderparticipatie, woordenschatuitbreiding en taalontwikkeling dat dit project bekroond werd met de Onderwijsprijs voor het basisonderwijs, eveneens goed voor 8 000 euro. Moeder en coördinatrice Efrat de Groot vat de meerwaarde voor zichzelf nog het meest kernachtig samen: ‘Voor het project durfde ik zelf nauwelijks de leerkrachten aanspreken. Je ontwikkelt ook je eigen taal door met je kinderen te spreken over de verhalen. Vandaag heb ik genoeg zelfvertrouwen om als het ware moeder te zijn van mijn eigen kinderen.’

Aardappelen

Wie op Gedichtendag in het Vlaamse Sint-Niklaas rondkuiert, botst er vroeg of laat op een groepje leerlingen, dat spontaan Herman De Coninck, Cees Buddingh of Hugo Claus voordraagt. Soms op straat, soms in een locatie, aangepast aan de inhoud van het gedicht. ‘In de keuken van een huis droeg één groepje gedichten over aardappelen voor’, vertelt Lucile Hemelaer. Zij is de drijvende kracht achter het project Gedichtenroutes door de stad van het Instituut Berkenboom. ‘Elk jaar bereiden onze zesdejaars leerlingen performances voor. De andere leerlingen, van het tweede tot het vijfde jaar, leggen op Gedichtendag een parcours af waarbij ze negen locaties en performances aandoen.’

Op het grootste marktplein van Vlaanderen is er ruimte zat voor poëzie.

Kringloopwinkel

Het woord performance is niet overdreven. Drie leerlingen begeleiden hun poëzie op de viool, een jongen demonstreert gevechtskunst. ‘Het is wonderbaarlijk hoeveel talenten van leerlingen pas tijdens dit project tot uiting komen’, zegt Lucile Hemelaer vol bewondering. Het project loopt intussen al zeven jaar. Of de leerlingen makkelijk locaties vinden en gepaste poëzie? Hemelaer: ‘Je moet ze soms wat helpen, maar ze zijn daar heel creatief in. Zo trok een groepje naar de kringloopwinkel en verbond daar gedichten aan allerlei producten en voorwerpen. Telkens iemand een lamp of een glas vastpakte, dook een van de leerlingen op om een gedicht voor te dragen.’ Poëzie in de Taalunie Onderwijsprijs? Het was dit jaar prominent aanwezig onder de genomineerden.

Multimediaal

Voor sommige leerlingen zijn taaltaken wel een bijzonder hoge berg om tegenaan te kijken. Tenzij ze die berg zelf mogen vormgeven. Met Digitaal vertellen kunnen ze dat. ‘Het is een multimediaal project van Schooltv, waar leerlingen van de meest uiteenlopende onderwijsniveaus mee aan de slag kunnen’, zegt Frans Van Dixhoorn van Teleac NOT. Schooltv maakt al jaren televisieprogramma’s en begeleidend materiaal voor scholen. ‘Het principe is vrij eenvoudig: scholieren in de onderbouw van het voortgezet onderwijs schrijven een scenario en maken daar een filmpje van.’

Het eindresultaat van ‘Digitaal vertellen’ is een clip die online wordt gezet.

Storyboard

Word filmproducent in dertig uur. Zo zou het project kunnen heten. In een eerste fase schrijven de leerlingen in groepjes een verhaal met alle typische kenmerken, zoals spanning, tijd, ruimte, karakter. Ze presenteren hun verhaal aan elkaar en verwerken de feedback die ze krijgen. Vervolgens dikken ze hun verhaal in tot scènes en uiteindelijk maken ze een storyboard. Eenvoudig, vindt u? Niet als u bedenkt dat het hier om vmbo-leerlingen gaat, voor wie de schrijfopdrachten en de uitgebreide filmtaal gewoonlijk veel problemen geven. ‘Als die fase achter de rug is, leren we de leerlingen foto’s invoeren in een computerprogramma. Ze leren voice-overs opnemen, effecten toepassen enz. Het eindresultaat is hun eigen clip die we online zetten. Elke clip wordt geëvalueerd. Niet enkel door de docent, maar door de leerlingen zelf, de klas en de ouders.’

Consument

Of alle leerlingen zulke filmpjes kunnen maken? ‘Het project blijkt goed te werken bij leerlingen die talige opdrachten normaliter lastig vinden’, stelt Van Dixhoorn vast. ‘Bovendien werken de leerlingen met plezier en inzet aan de filmpjes. Ze zijn ook enthousiast over de onorthodoxe werkwijze. Van consument worden ze nu zelf producent.’ Dat idee ging tijdens de prijsuitreiking overigens volop rond. Over elk project klonk het: ‘Dit moeten we ook doen.’ De Taalunie hoopt dan ook dat zowel Vlaamse als Nederlandse scholen zich geïnspireerd zullen weten door de genomineerde projecten. Ze vinden ze alvast in geur en kleur online.

De Taalunie Onderwijsprijs nomineerde in totaal drie Vlaamse en twee Nederlandse projecten. Meer info, films en contactadressen vindt u op www.taalunieversum.org/onderwijs/onderwijsprijs

Links

Maak kennis met de genomineerden van de Taalunie Onderwijsprijs 2006 via reportages:;
» De twee projecten uit Eeklo: 'Veroordeeld tot gedichten' en 'Een stap in het onbekende'.
» 'De verteltas uit Amsterdam';
» 'Gedichtenroutes door de stad' uit Sint-Niklaas;
» 'Digitaal vertellen' van de Nederlandse Stichting Teleac NOT.

archief





print pagina

Door het gebruik van stijlbladen is geen aparte 'print pagina' nodig. Gebruik de 'print' functie van uw browser.



tekstgroottekleinmiddelgroot