|
| ![]() ![]() ![]() ![]() |
home > discussie > Dialecten verdwijnen, of we dat nu leuk vinden of niet |
|
|
Herman Crompvoets - 12/12/08Hoi Wim, Met je artikel kan ik het in grote lijnen eens zijn. Ik heb dezelfde negatieve ervaring over dialectgebruik in Meijel bij groep 7 en 8 van de Basisschool. Onlangs heb ik een kleine enquête gehouden en de laatste vraag was: "Spreek je thuis Meijels?" Ik moet de enquête nog goed bekijken. Maar op die vraag heb ik toch al een visie. Van de 23 of 24 leerlingen per klas antwoorden er gemiddeld drie dat ze thuis Meijels spraken. Het percentage niet-Meijelssprekers komt ongeveer overeen met jouw percentage in Aarle-Rixtel. En dan te bedenken dat Meijel een zeer homogeen dialect kende en het aantal dialectsprekers in mijn jeugd wel zo'n 98% was. Voor het Meijels een zeer ongunstige ontwikkeling. |
Leo Vermeulen - 13/12/08Je kan het jammer vinden of niet, maar het is wel een logisch gevolg van de algemene schaalvergroting waar we op dit moment in leven. In een tijd waarin het Nederlands al dreigt onder te sneeuwen door het Engels, zal het typische dialect weinig kans meer maken. Weinig mensen zullen tegenwoordig hun hele leven meer wonen, leren en werken in een kleine plaats zoals bijvoorbeeld Meijel. En zodra je over die grenzen komt, zul je wel Nederlands moeten spreken. Net zo goed alsdat je op een gegeven moment wel Engels moet leren. Zelf werk ik bij een internationaal bedrijf en is de voertaal Engels. Voor zoiets kies je niet; het overkomt je gewoon. Maar zolang er nog voldoende liefhebbers zijn, die hun dialect koesteren, zal het nog wel even voortbestaan... |
W. Pols - 14/12/08In zijn column wijst Wim Daniëls erop dat hij het gebruik van het dialect achteruit ziet hollen, iets wat wordt bevestigd door Herman Crompvoets, die meldt dat het gebruik van het dialect in Meijel (Brabant) in enkele jaren tijd sterk is verminderd. Natuurlijk ga ik hier niet betogen dat het gebruik van dialect in het algemeen niet terugloopt. Maar ik wil hier wel een relativerende opmerking bij maken: de positie van het dialect in de provincie Limburg is nog erg sterk, sterker dan Daniëls en Crompvoets wellicht denken. Die sterke positie van het dialect in Limburg blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Utrecht, uitgevoerd in 2007. Sterker nog, uit dat onderzoek blijkt zelfs dat de laatste jaren in Limburg steeds méér jonge ouders kiezen voor dialectgebruik bij de opvoeding. Zo slecht is het in Limburg dus niet gesteld met het dialectgebruik! In een andere discussie in Taalschrift wordt gesteld dat het A(B)N, de Nederlandse standaardtaal, in zijn voortbestaan wordt bedreigd. Als er straks geen ABN en nauwelijks dialect meer wordt gebruikt, zullen de Nederlanders en Vlamingen zich onderling toch op de een of andere manier verstaanbaar moeten maken. Haha, misschien komt de voorspelling van de dialectformatie Rowwen Hèze dan toch uit: "Het is een kwestie van geduld, dat heel Holland Limburgs lult". Dagblad De Limburger besteedde op (afgelopen) zaterdag 13 december 2008 op de voorpagina een artikel aan het genoemde wetenschappelijk onderzoek van de Universiteit Utrecht. Ik citeer het artikel hier volledig: ------ (Ondertitel / onderkop:) Enquête: Streektalen in Brabant en Zeeland veel minder populair door Guus Urlings MAASTRICHT - De Limburgse dialecten zijn nog uiterst vitaal. Beduidend vitaler dan de dialecten in Noord-Brabant en Zeeland. Dit blijkt uit een grootschalige internet-enquête die vorig jaar werd gehouden naar het streektaalgebruik in Zuid-Nederland, begeleid door de Universiteit Utrecht. De resultaten zijn samengevat in het deze week verschenen Jaarboek 2007 van Vereniging Veldeke Limburg. Aan het onderzoek deden 5000 mensen mee, van wie bijna de helft (2347) uit Limburg. ------ |
Daniël Mantione - 14/12/08De juiste manier om een dialect te bevorderen is niet het dialect te gaan emanciperen, dus op school gaan onderwijzen, boeken in het dialect gaan vertalen enz., want dat zijn situaties waar een dialect het nooit van de standaardtaal kan winnen: taal is een communicatiemiddel en het gebied van een dialect is te beperkt om in bepaalde situaties effectief als communicatiemiddel te kunnen dienen. Een betere aanpak is het gebruik in situaties waar dialectgebruik normaal is te bevorderen: thuis, de kroeg, op straat. Zo lang dat niet lekker loopt is emancipatie van een dialect bij voorbaat verspilde moeite. Bij gebieden waar het dialect nog sterk is, waaronder, inderdaad, Nederlands Limburg, is dát juist wat goed functioneert. Tegen een vreemdeling communiceert men ook daar in het A.B.N. Maar, als je in Limburg wonen, dan zorg je maar beter dat je het dialect kent. |
Leon - 15/12/08Het dialect van de as Roermond-Belfeld-Venlo, Roermond-Kessel-Venlo, rond Helden, en ook in een driekhoek Sittard-Roermond-Weert is ZEER VITAAL. Vanaf Castenray gaat het mis: Venray. Daar is de schaamte voor dialect enorm. Het wordt er nog wel gesproken, maar alleen binnenskamers en alleen door oudere mensen. Oostrum idem dito. Daar wonen veel artsen, en managers en die gaan zich niet verlagen tot dialect. Heerlen is wel een donkere vlek in Limburg. Ze spreken een soort Nederlands, maar heel zingerig en geen limburgs. Dus ze missen daar geheel de boot. Dialecten kun je niet dwangmatig in stand houden door verenigingen of met carnavalswagens. Dat moet je zelf willen en dan blijft het. Ik erger me enorm aan ouders die tegen iedereen dialect spreken behalve tegen hun eigen kinderen. Kinderen die thuis dialect spreken en op school Nederlands zijn beter af. Door het dialect worden ze taalgevoelig (bijv. Duits) en op school leren ze goed Nederlands. De talen worden gescheiden. Bovendien kan je in de taal van je ouders je gevoelens beter kwijt en de kloof met de ouders is kleiner dan wanneer de ouders een andere taal spreken. Ik zou mijn kinderen het dialect nooit onthouden, al was het alleen maar om geen kakker te zijn. Als ik de mensen in Heerlen hun zogenaamd Nederlands hoor spreken, schaam ik me echt om Limburger te zijn! |
Huub - 16/12/08Grappig dat in het verhaal van Wim Daniëls en de reacties (althans tot op dit moment) dialecten zich slechts onder "de grote rivieren" lijken voor te doen cq aan het verdwijnen zijn. In mijn jonge jaren (vanaf 1950, einddatum nogal schimmig) was ik een "kakker" zoals Leon hierboven het noemt. Ik had gruwelijk de pest aan het Overijssels/Sallands dialect en wilde "die mensen" ook niet verstaan. Thuis spraken wij ABN zoals het toen heette en op de één of andere manier was ik het daar zeer mee eens, al was ik nauwelijks uit de luiers. Twee anekdotes: Nu, en ver achteraf, betreur ik het dat ik ons dialect beschouwde als een soort van derdewereldtaal. Veel te laat ontdekte ik dat dialect geen spraakgebrek is maar een zelfstandige taalwereld. Bovendien een taal met humor, spot, wijsheden en vondsten waar ons ABN maar bijzonder magertjes achteraan sukkelt en een soort van kiloknaller is. Overigens, dialect kan -nog steeds- vastgelegd worden. Zie bv. het bewonderenswaardige project van de IJsselacademie: Woordenboek van de Overijsselse Dialecten. (Geen reclame!) |
Anton Claessens - 16/12/08Mijn moedertaal is een Oost-Vlaams dialect, geen Zeeuws. Ik ben geboren en opgegroeid in het Zeeuws-Vlaamse dorp Lamswaarde, gelegen iets benoorden Hulst. Tot mijn twaalfde heb ik dit dialect gesproken, dag in dag uit, met wat tussentalige varianten op de kleuter- en basisschool. Het klonk bij benadering zo: "Gô, manneken, da moejegij weetn ofdagegij meerait naor Ulst". Ik spreek die taal nog altijd graag en ik verdedig het gebruik ervan een enkele keer ook, maar die verdediging gebeurt inderdaad, zoals Wim Daniëls opmerkt, in het Standaardnederlands. Ik kan in mijn dialect onmogelijk converseren met mensen die die taal of een nauw verwante streektaal niet beheersen. In een gesprekssituatie word je nu eenmaal over en weer ook talig geïnspireerd. Tijdens zo'n gesprek of in zo'n verdediging gebruik ik elementen uit mijn dialect (woorden, klanken, constructies, intonatiepatronen, accenten) als illustratie- en vergelijkingsmateriaal, maar niet om erin te communiceren. Ik vind het fijn om zowel mijn dialect als de standaardtaal te beheersen. In een regiolect of in een tussentaal vlucht ik niet. Spijtig genoeg vind ik nauwelijks meer zuivere dialectsprekers in mijn dorp van herkomst. Het 'burgerlijke' en 'democratische ABN', termen van Joop van der Horst, zijn er al decennialang aan een stevige opmars begonnen. |
(anoniem) - 16/12/08Tsja, wat wil je ....wie uit de geboortestreek verhuist laat veel achter. |
Wilco - 18/12/08De Limburgse dialecten zijn aan het veranderen. Ik ben opgegroeid als een spreker van het Maastrichtse dialect, maar woon al 20 jaar in Engeland. Bij mijn bezoeken aan familie in Maastricht valt mij op hoe het dialect van de jongere generatie aan het 'verhollandsen' is. Niet alleen woordenschat en uitspraak, maar ook grammaticale constructies zoals meervoudsvorming (klinkerwijziging wordt niet meer juist toegepast), werkwoordsvormen (bv. verleden tijd van 'zeggen' "hij zei" was in Maastrichts "heer zag". Mijn neefjes zeggen nu "heer zeij"). In het centrum van de stad is het ook minder gebruikelijk geworden om in dialect met winkelpersoneel te spreken, doordat veel (studenten?)personeel het dialect niet kent. |
Jan Duchateau - 21/12/08Je kunt dialecten zien als taaie plantjes in een snel stromende beek. Het water overspoelt ze en trekt aan ze, maar het krijgt er geen vat op. Hoe lang nog? Hoe passen ze zich aan aan het geweld van het water? Houden ze het alleen maar voor zolang het duurt, of groeien en verspreiden ze zich ook nog? Dat is mooi en interessant. Maar de hovenier moet er met zijn vingers afblijven. Die maakt er een nicheproduct van, vervolgens wordt het cult, en het eindigt bij Intratuin. Nu met oplaadbare batterijen.
|
André Hellofs - 25/12/08In Genk wordt haast geen dialect meer gesproken. Heeft te maken met het groot aantal migranten dat zich hier vestigde. Toen ik nog kind was (begin jaren vijftig) spraken we nog dialect op de speelplaats. Toch doen we in Genk pogingen om het dialect te onderhouden. Regelmatig organiseert Veldeke-Genk dialectavonden waarop telkens een honderdtal mensen aanwezig zijn. Mooiste actie is de website waarop we het dialect vastleggen. Een woordenboek, verhalen, gedichten en liederen. De site kwam tot stand via Veldeke en de steun van de stad. Zeker bekijken: www.dialectingenk.be |
Karel van Heusen - 27/12/08Dialekten hebben de eeuwen door stand gehouden. |
Ernst Niessen - 30/12/08Mijn stelling over de dialecten in verhouding tot de standaardtaal is eenvoudig: De dialecten verdwijnen niet, maar passen zich aan voor een groter bereik; een dorpsdialect regionalisert tot een regiolect en een regiolect schuift geleidelijk over in (een vorm van) standaardtaal. De dialecten, en dan vooral de aan prestige winnende grachtengordelspraak, kannibaliseren de standaardtaal in ernstige mate: er treedt normvervaging op in de geldende conventies, zoals vastgelegd in (gezaghebbende) woordenboeken en grammatica's van de standaardtaal als gevolg van (politiek-)maatschappelijke tendensen. In Vlaanderen heeft de tussenvorm een naam gekregen: Verkavelingsvlaams. In Nederland begint nu ook een tussenvorm te ontstaan met een eigen, bijna non-conformistische uitstraling, die zo treffend de eerder genoemde tendensen bevestigt: Poldernederlands of Achterbuurthollands. Kenmerken van deze tussenvariant zijn onder meer een vereenvoudigde werkwoordsvervoeging (hij heb), merkwaardige verhaspelingen van voornaamwoorden (hun/zullie/hullie hebbe[n]), een Gooische r en een harde g (charaasje "garage"). Uiteraard zijn finesses uit de standaardtaal, zoals een goed gearticuleerde uitspraak ("iiis goed!"), het gebruik van de juiste lidwoorden en voornaamwoordelijke aanduiding geheel vreemd. Voorts is het Poldernederlands diepgaand beïnvloed door migrantentalen. Sprekers van deze variant zijn over alle lagen van de bevolking, hoog en laag opgeleid, te vinden en zij achten zichzelf dermate geëmancipeerd dat zij elkaar aanspreken met maar één vorm van de tweede persoon, namelijk het algemeen gebruikte 'je', waarmee 'je' zelfs 'je'zelf kunt bedoelen. Tussen de Nederlandse Standaardtaal en haar dialecten bestond ooit een scherpe (taal)grens, die hoe langer hoe meer aan het vervagen is. De tussenvarianten, "Verkavelingsvlaams" en "Poldernederlands" of "Achterbuurthollands" kunnen taalkundig beschouwd worden als moderene pidgintalen (mengtalen), die, zoals onderzoeken laten zien, inmiddels "creoliseren" (worden overgenomen door de kinderen). Ik wil hier derhalve een lans breken voor het ook in taalkundige zin handhaven van normen en waarden om niet alleen de Algemene Nederlandse Standaardtaal te handhaven op een wetenschappelijk draaglijk en aanvaardbaar niveau, maar ook om de dialecten in al hun verscheidenheid en diveriteit tot in lengte van jaren te koesteren. |
Johan Nijhof - 4/01/09Dialecten zijn heel vergelijkbaar met biologische variaties. Zoals er raciale verschillen ontstonden, ontstonden er eveneens verschillende tongvallen. Alleen: dialect kun je imiteren, en dat gebeurde ook op grote schaal. Een spraakgebrek van een bewonderde leider kon navolging vinden. In de DDR was er in Berlijn een leidende groep met een Saksische tongval. Het resultaat was, dat men in brede kring ijverig ging “sächseln”, en geloof me: dat deed pijn aan je oren. Nu spreken Berlijners weer normaal. Onze beruchte Gooise r is ook zoiets. Imitatie van via de TV bekende lijders aan dat spraakgebrek. Als er een brug wordt geslagen, verdwijnen taalverschillen. Natuurlijk kan men de zeggingskracht van een uitdrukking bewonderen, zoals ik in het Twents, waartussen ik ben opgegroeid, een woord als “kuierdroad” voor telefoon koester. De neiging om de litotes te gebruiken is een cultureel gegeven dat ik omarmd heb. Maar men moet mij toch niet kwalijk nemen als ik weiger om datzelfde dialect te spreken – ik zou het ook niet kunnen. Dialect is een taalvariant die het niet heeft gemaakt. Die geen onderscheidbare cultuur of staatsverband heeft opgeleverd. Of dat heeft verloren. Dwepen met het Engels als mondiaal communicatiemiddel betekent tevens onderwerping aan een vreemde cultuur en zelfverloochening. Maar kan men daarmee de lijn onverbiddelijk doortrekken en hetzelfde mutatis mutandis van het Nederlands en het dialect van Genk zeggen? Discussieer er eerst maar eens over, of dialecten überhaupt beschermwaardig zijn, voor je naar adequate methoden daarvoor gaat zoeken. Het lijkt mij wel vast te staan, dat veel kinderen last hebben van thuisdialect bij hun schoolvorderingen. Een valide argument tegen dialect. Een laatste discussieaanzet: het Raetoromaans is aan het uitsterven. Het dal waar het gesproken werd, ligt zo geïsoleerd, dat het alleen bij de gratie van dat isolement tot dusver heeft overleefd. Wat gunt men de bevolking meer: ontsluiting van de regio of behoud van de taal? |
Stephan - 26/01/09Sommige dialecte meschie sturve uit (Rhoons), andere groeie meer naer 't Nederlááñs toe en weer andere binne zo levendeg dan ze zelfs méér gesproke (Urks, Volendams, Ouddurps) worre is mijn ervaoring. Om dus te zegge dat áálle dialecte minder worre is dus een bietjie te schis gezaaid. Ik zelf praot Rezoors (al het ik ok een hortie in de Alblasserwaerd geweund), bin jong (1979) en hôôg opgelaaid (universiteit) en praot in d'n aerd héél waaineg Nederlááñs, zeker niet in Zuid-Holland. Niet dat ik 't niet ken maor meñse doen maor moeite om me te verstaon. Het ken dus wel, dialectspreker zijn én far komme in de maotschappij. Hier in Nederland doene we dikkels veuls te bekrompe over streektaol, ieuwers en nieuwers in Europa binne dialecte de geweune daegelijkse verkeerstaol. Neem Noorwege of Zwitserland: iederêên praot daer dialect en bekant niemand de standaordtaol. We motte grôôs weze op ôôñze streektaole en ze zôôveul mogelijk gebruike....ommers: tis ôôñze ketting naer 't verleeje, 't vurmt wie we binne en zonder gistere hebbie gêên marge. |
Jeroen - 30/01/09Dialecten nemen af, dat is al wat langer bekend. Ik beperk mij hier even tot het Twents, een Nedersaksisch dialect, dat ik zelf spreken kan. Er is voor het Twents oa het van Deinse instituut dat streeft naar behoud van en koestering van Twents. Persoonlijk kan mij dat niet zo bekoren, ik zie er het nut niet van in omdat in deze tijd het zeker zo dat je fatsoenlijk Nederlands moet kunnen spreken en overal duidelijk kunnen zijn anders word je al snel als onderontwikkeld gezien. Zeker in Twente heeft men nog altijd de neiging het twents als een 'mindere' taal dan het Nederlands te zien. Eigenlijk best raar. Want wat is nou "Nederlands"? Niks meer een verbasterd zuid hollands dialect, dat in de loop van de tijd een eigen leven is gaan leiden. Ik persoonlijk begin steeds meer waardering voor het Twents te krijgen. Er zijn wel mensen die trots zijn op het Twents, maar die spreken het zelf ook vaak niet altijd. Ze noemen dan een paar zinnen als: brommers kiekn en beginnen hard te lachen. Ok, het is een soort humor, maar het maakt het Twents er niet slimmer op. Het echte Twents is al heel oud en uniek in zijn soort. Als je kijkt naar de woordenschat is die gigantisch. Het is gewoon een aparte taal die eeuwen naast het "Nederlands" bestaat, het heeft soms kenmerken van het Duits, soms kenmerken van het Engels, zoals het weglaten van de slot-r, waar je nu met de gooise-r iets dergelijks ziet gebeuren in het Algemeen Nederlands. Eigenlijk is het heel jammer dat ze zo weinig gesproken wordt en verdwijnt. De zogenaamde slot-n die in het Nedersaksich zo nadrukkelijk tot vermaak de rest van Nederland word uitgesproken. Zoals loop'n, weet'n, lach'n etc is niets meer dan een vertwentst Nederlands. In Twente zegt men namelijk wie loopt, wie lacht, wie wet. Dat klinkt toch heel anders. De slot-n zo karakteristiek voor het Nedersaksisch, DENKT MEN, in de rest van Nederland is gewoon een wanhopige poging van de Nedersaksische mensen "Nederlands" te spreken. ABN bestaat niet: het is een norm, waarna gestreeft kan worden, maar het is geen taal. ABN spreken valt niet mee en daarom kun je denk ik beter of Twents of "Nederlands" spreken en dan kom je heden dage toch bij de laatste uit denk ik. |
digibudi - 1/07/09Persoonlijk ben ik redelijk opgelucht dat het meeste dialect verdwijnen zal. Ik begrijp het namelijk nooit. En de bedoeling van taal is toch communicatie. Op reactie van Jeroen, ABN bestaat inderdaad niet meer maar AN wel. Algemeen Nederlands is heel handig als je met verschillende streken in België wil communiceren. |
Koen Dircksens - 28/07/09Reactie op Herman Crompvoets (12.12.08) |
Johan J. VINCENT - 4/08/09Dat het dialect langzaam zou verdwijnen vind ik echt niet erg. Bepaalde uitdrukkingen, gezegden kunnen best bewaard worden omdat ze wel typisch en recht uit het volk komen. In het Nederlands zouden we ook dergelijke (leuke) uitdrukkingen spontaan kunnen gebruiken als iedereen de taal zou beheersen. Wat nu niet het geval is. Er zijn vele argumenten om geen dialect meer te spreken (ook niet thuis) al ware het maar voor de nieuwkomers die Nederlands leren en dan vaststellen dat iedereen maar een ander taaltje er op na houdt. Trouwens ik heb echt niet de indruk dat het dialect verdwijnt, wel dat het “platte” ervan verdwijnt en een soort beschaafd dialect is ontstaan. Maar het blijft wel dialect. Kinderen die thuis alleen maar dialect horen en spreken moeten op school een nieuwe taal leren. Energie en tijd die nuttiger kan gebruikt worden. |
Jolanda Demeyere - 28/11/09Ik vind het niet erg dat het verdwijnt. Het is voor kinderen en volwassenen gemakkelijker als iedereen AN spreekt. Op school en op de werkvloer moet je toch AN praten. En op die manier verstaan we elkaar tenminste. |
Marja van Trier - 5/01/10Wat raar! Iedereen is trots op een extra taal die hij spreekt. Marja van Trier |
|
Door het gebruik van stijlbladen is geen aparte 'print pagina' nodig. Gebruik de 'print' functie van uw browser. |
|
|
|
Marja van Trier: Jolanda Demeyere: Johan J. VINCENT: Koen Dircksens: digibudi: Jeroen: |